Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel III. Beroep in cassatie van uitspraken
Artikel 433

Artikel 433 (Aanzegging OM-cassatie, beroepstermijn verdachte, kennisgevingen)

Laatste versie

1. Indien alleen het openbaar ministerie beroep in cassatie heeft ingesteld, wordt het beroep aan de verdachte in persoon aangezegd, tenzij zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat het beroep de verdachte bekend is.

2. De verdachte kan binnen veertien dagen nadat aan hem de aanzegging van het beroep door het openbaar ministerie in persoon is betekend of zich enige andere omstandigheid heeft voorgedaan, waaruit voortvloeit dat het beroep hem bekend is, zijnerzijds alsnog beroep in cassatie instellen.

3. Indien de benadeelde partij zich in het geding gevoegd heeft, wordt haar van elk ingesteld beroep in cassatie, binnen veertien dagen na de aantekening vanwege het openbaar ministerie bij het gerecht dat het vonnis of arrest heeft gewezen, kennis gegeven.

4. Van elk ingesteld beroep in cassatie wordt kennisgegeven aan het slachtoffer dat daarom verzoekt, binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingesteld. Eveneens wordt van elke intrekking van een beroep in cassatie kennisgegeven aan het slachtoffer dat daarom verzoekt, binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingetrokken.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien alleen het openbaar ministerie beroep in cassatie heeft ingesteld, wordt het beroep aan de verdachte in persoon aangezegd, tenzij zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat het beroep de verdachte bekend is.

Dit betekent letterlijk: Wanneer uitsluitend het openbaar ministerie beroep in cassatie heeft ingesteld, dan wordt het beroep aan de verdachte in persoon aangezegd. Dit hoeft echter niet te gebeuren indien zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat het beroep de verdachte bekend is.

2. De verdachte kan binnen veertien dagen nadat aan hem de aanzegging van het beroep door het openbaar ministerie in persoon is betekend of zich enige andere omstandigheid heeft voorgedaan, waaruit voortvloeit dat het beroep hem bekend is, zijnerzijds alsnog beroep in cassatie instellen.

Dit betekent letterlijk: De verdachte kan zijnerzijds alsnog beroep in cassatie instellen binnen veertien dagen nadat aan hem de aanzegging van het beroep door het openbaar ministerie in persoon is betekend. Dit kan ook binnen veertien dagen nadat zich enige andere omstandigheid heeft voorgedaan, waaruit voortvloeit dat het beroep hem bekend is.

3. Indien de benadeelde partij zich in het geding gevoegd heeft, wordt haar van elk ingesteld beroep in cassatie, binnen veertien dagen na de aantekening vanwege het openbaar ministerie bij het gerecht dat het vonnis of arrest heeft gewezen, kennis gegeven.

Dit betekent letterlijk: Indien de benadeelde partij zich in het geding gevoegd heeft, dan wordt haar kennis gegeven van elk ingesteld beroep in cassatie. Deze kennisgeving vindt plaats binnen veertien dagen na de aantekening vanwege het openbaar ministerie bij het gerecht dat het vonnis of arrest heeft gewezen.

4. Van elk ingesteld beroep in cassatie wordt kennisgegeven aan het slachtoffer dat daarom verzoekt, binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingesteld. Eveneens wordt van elke intrekking van een beroep in cassatie kennisgegeven aan het slachtoffer dat daarom verzoekt, binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingetrokken.

Dit betekent letterlijk: Er wordt kennisgegeven van elk ingesteld beroep in cassatie aan het slachtoffer dat daarom verzoekt. Dit gebeurt binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingesteld. Eveneens wordt van elke intrekking van een beroep in cassatie kennisgegeven aan het slachtoffer dat daarom verzoekt, en wel binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingetrokken.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AE5288

ECLI:NL:HR:2003:AE52888 juli 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad43x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:ZD0442

ECLI:NL:HR:1996:ZD04427 mei 1996Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:345

ECLI:NL:HR:2015:34517 februari 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:CA3296

ECLI:NL:HR:2013:CA329618 juni 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BG1483

ECLI:NL:HR:2009:BG148312 mei 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH5258

ECLI:NL:HR:2009:BH525810 maart 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA5880

ECLI:NL:HR:2000:AA588023 mei 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2000:AA4717

ECLI:NL:HR:2000:AA47171 februari 2000Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:162

ECLI:NL:HR:2021:1622 februari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:161

ECLI:NL:HR:2021:1612 februari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak