Beoordeling stelplicht en bewijswaardering in octrooirechtelijke nietigheidszaak
Arrest
Rechtsgebieden
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de uitleg van gedingstukken en de waardering van feitelijk bewijs, zoals foto's, voorbehouden is aan de feitenrechter. Een oordeel dat een stelling onvoldoende gemotiveerd is betwist, is in cassatie slechts beperkt toetsbaar op begrijpelijkheid.
Samenvatting feiten
Asetek, houdster van een octrooi (EP 771) op een koelsysteem met een geïntegreerd vloeistofreservoir, vordert een inbreukverbod tegen Cooler Master. Cooler Master vordert in reconventie nietigverklaring van het octrooi, stellende dat het niet nieuw is. Vóór de prioriteitsdatum van het octrooi is namelijk een vergelijkbaar systeem, de 'Silent Stream', getoond op een beurs (Computex 2003). De rechtbank en het hof vernietigen het octrooi omdat de op de beurs getoonde Silent Stream nieuwheidsschadelijk is voor de octrooiconclusie.
Cassatieberoep door
Asetek heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag.
Rechtsvraag
De centrale vraag is of het oordeel van het hof standhoudt dat Asetek onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken dat de op beursfoto's getoonde 'Silent Stream' niet was aangesloten op een extern reservoir en daarmee nieuwheidsschadelijk was. Asetek meent dat zij de stellingen van Cooler Master hierover, namelijk dat de foto's verschillende opstellingen tonen en de aquarium-opstelling een 'stunt' was, wel degelijk voldoende gemotiveerd heeft weersproken.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. Het oordeel van het hof dat Asetek haar stellingen onvoldoende heeft gemotiveerd, is gebaseerd op een waardering van feitelijke aard, waaronder de interpretatie van de foto's. Deze waardering is volgens de Hoge Raad niet onbegrijpelijk. De uitleg van de gedingstukken door het hof wordt eveneens als niet onbegrijpelijk beschouwd. De klachten falen daarom.
Belangrijke rechtsoverwegingen
Het hof heeft dit betoog van Asetek, als een onvoldoende gemotiveerde betwisting van de stellingen van Cooler Master, verworpen door te oordelen dat de foto’s 1 en 2 geen aanwijzingen bieden voor de juistheid van het standpunt van Asetek en dat Asetek ook niet heeft toegelicht waarom aannemelijk zou zijn dat de slangen die op foto 2 uit beeld verdwijnen, doorlopen naar het aquarium dat op foto 1 te zien is. Deze oordelen berusten op waarderingen van feitelijke aard en zijn, mede in het licht van het partijdebat en de foto’s 1 en 2, niet onbegrijpelijk.
(r.o. 3.1.2)Aan het vorenstaande doen niet af het in onderdeel 1.2.1 onder b genoemde betoog van Asetek (i) dat latere versies van de Silent Stream ook een niet-geïntegreerd extern reservoir hebben, en (ii) dat de Silent Stream dit externe reservoir nodig heeft om te accommoderen voor de expansie van verwarmde koelvloeistof en om koelvloeistof bij te vullen na verdamping daarvan. In het oordeel van het hof ligt besloten dat Asetek een en ander niet heeft aangevoerd in het kader van haar betoog over de Silent Stream zoals gedemonstreerd op Computex 2003 (zie hiervoor in 3.1.2). Die uitleg van de gedingstukken is in cassatie niet bestreden en overigens niet onbegrijpelijk, nu Asetek een en ander heeft aangevoerd in het kader van de bespreking van latere uitvoeringen van de Silent Stream, waarbij Asetek uitdrukkelijk het standpunt heeft ingenomen dat de uitvoering van de Silent Stream zoals gedemonstreerd op Computex 2003, afwijkt van die van latere uitvoeringen.
(r.o. 3.1.3)Deze rechtsoverwegingen zijn essentieel omdat ze de beperkte toetsing in cassatie illustreren. In r.o. 3.1.2 benadrukt de Hoge Raad dat de waardering van bewijs (zoals foto's) en de weging van stellingen van partijen feitelijk van aard zijn en voorbehouden aan de feitenrechter. Het oordeel is 'niet onbegrijpelijk', de strengste toetsingsmaatstaf. R.o. 3.1.3 toont hoe de uitleg van gedingstukken (waarop een argument precies betrekking heeft) ook een feitelijk karakter heeft. Voor studenten is dit een belangrijke les over de stelplicht en de grenzen van de cassatietoetsing: argumenten moeten in de feitelijke instanties helder, specifiek en goed onderbouwd worden, omdat er in cassatie nauwelijks ruimte is om een feitelijke (bewijs)waardering te corrigeren.
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/03825
Datum 11 december 2020
ARREST
In de zaak van
ASETEK A/S,gevestigd te Aalborg, Denemarken,
EISERES tot cassatie,
hierna: Asetek,
advocaat: A.M. van Aerde,
tegen
COOLER MASTER EUROPE B.V.,gevestigd te Venlo,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Cooler Master,
advocaat: H.J. Pot.
het vonnis in de zaak C/09/515892/HA ZA 16-906 van de rechtbank Den Haag van 20 september 2017;
het arrest in de zaak 200.229.694/01 van het gerechtshof Den Haag van 14 mei 2019.
Asetek heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Cooler Master heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Asetek mede door T. van Tatenhove.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot vernietiging en verwijzing.
De advocaat van Cooler Master heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Uitgangspunten en feiten
2.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. (i) Cooler Master ontwikkelt en verkoopt koelsystemen voor computersystemen. (ii) Asetek is houdster van Europees octrooi EP 1 923 771 B1 (hierna: EP 771 of het octrooi) voor een “Cooling system for a computer system”. De ingeroepen prioriteitsdatum voor EP 771 is 7 november 2003. (iii) EP 771 ziet op een vloeistofkoelsysteem voor de centrale verwerkingseenheid van een computer. In het in conclusie 1 van het octrooi onder bescherming gestelde koelsysteem zijn de warmtewisselaar, het vloeistofreservoir en de pomp geïntegreerd in één element. Dit geïntegreerde element wordt geclaimd in combinatie met een radiator. (iv) Van 22-26 september 2003 – dus vóór de ingeroepen prioriteitsdatum van EP 771 – heeft in Taiwan de computervakbeurs Computex 2003 plaatsgevonden. De onderneming Global WIN heeft op die beurs haar koelsysteem voor computersystemen, genaamd ‘Silent Stream’, tentoongesteld en aan het publiek gedemonstreerd. De volgende twee foto’s zijn op die beurs genomen:
Foto 1
Foto 2 Deze foto’s worden hierna aangeduid als foto 1 en foto 2.
2.2 Asetek vordert in deze zaak, voor zover in cassatie van belang, Cooler Master te verbieden om inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 771. In reconventie vordert Cooler Master nietigverklaring van het Nederlandse deel van EP 771.
2.3 De rechtbank heeft de vorderingen van Asetek afgewezen en die van Cooler Master toegewezen. De rechtbank heeft het Nederlandse deel van EP 771 vernietigd.
2.4 Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en daartoe, voor zover in cassatie van belang, als volgt overwogen.
3 Beoordeling van het middel
3.1.1 Onderdeel 1.2 richt klachten tegen het oordeel van het hof in rov. 5.6 dat Asetek niet voldoende gemotiveerd heeft weersproken het standpunt van Cooler Master, dat inhoudt: (i) de slangen die op foto 2 uit beeld verdwijnen, zijn buiten beeld met elkaar verbonden door lussen, en (ii) de opstelling met het aquarium op foto 1 is een stunt en de gemiddelde vakman zal begrijpen dat de Silent Stream zonder aquarium wordt geleverd. Asetek heeft deze stellingen van Cooler Master wel degelijk voldoende gemotiveerd weersproken, aldus de klachten van de onderdelen 1.2.1-1.2.3.
3.1.2 Cooler Master heeft bij memorie van antwoord aangevoerd dat EP 771 niet nieuw is ten opzichte van de Silent Stream die tijdens Computex 2003 – en daarmee vóór de prioriteitsdatum – is gedemonstreerd. Voorts heeft Cooler Master betoogd dat de versie van de Silent Stream die tijdens Computex 2003 is gedemonstreerd, identiek is aan de versie die Cooler Master via eBay heeft gekocht. Asetek heeft in reactie daarop – bij pleidooi in hoger beroep – betoogd dat de Silent Stream niet nieuwheidsschadelijk is, omdat het vloeistofreservoir van de Silent Stream niet geïntegreerd is in het element dat op de centrale verwerkingseenheid is gemonteerd, en de Silent Stream dus een extern vloeistofreservoir nodig heeft. Het hof heeft dit betoog van Asetek verworpen, door (in rov. 5.3) te oordelen (i) dat Asetek ter zitting uitdrukkelijk heeft verklaard dat zij bereid is om met Cooler Master aan te nemen dat het inwendige van de op Computex 2003 getoonde Silent Stream gelijk zal zijn aan het door Cooler Master aangekochte exemplaar, en (ii) dat Asetek ook niet heeft bestreden dat de koeler in het door Cooler Master aangekochte exemplaar een vloeistofreservoir met kanalen bevat. Deze oordelen van het hof worden in cassatie niet bestreden. Vervolgens is het hof (in rov. 5.4-5.6) ingegaan op het standpunt van Asetek dat, ook als ervan moet worden uitgegaan dat de Silent Stream zoals gedemonstreerd op Computex 2003 een geïntegreerd vloeistofreservoir heeft, dit niet wegneemt dat die daar getoonde Silent Stream is aangesloten op een additioneel extern vloeistofreservoir (te weten: het aquarium dat op foto 1 is te zien), hetgeen meebrengt dat die versie van de Silent Stream niet nieuwheidsschadelijk is voor EP 771. Uit de rov. 5.4-5.6 volgt dat het hof dit standpunt van Asetek aldus heeft uitgelegd dat het door Asetek uitsluitend is onderbouwd met het betoog dat de opstelling van de Silent Stream op Computex 2003 die te zien is op foto 2, gelijk is aan de opstelling die te zien is op foto 1, en dat de slangen die op foto 2 uit beeld verdwijnen, doorlopen naar het aquarium dat op foto 1 te zien is. Het hof heeft dit betoog van Asetek, als een onvoldoende gemotiveerde betwisting van de stellingen van Cooler Master, verworpen door te oordelen dat de foto’s 1 en 2 geen aanwijzingen bieden voor de juistheid van het standpunt van Asetek en dat Asetek ook niet heeft toegelicht waarom aannemelijk zou zijn dat de slangen die op foto 2 uit beeld verdwijnen, doorlopen naar het aquarium dat op foto 1 te zien is. Deze oordelen berusten op waarderingen van feitelijke aard en zijn, mede in het licht van het partijdebat en de foto’s 1 en 2, niet onbegrijpelijk.
3.1.3 Aan het vorenstaande doen niet af het in onderdeel 1.2.1 onder b genoemde betoog van Asetek (i) dat latere versies van de Silent Stream ook een niet-geïntegreerd extern reservoir hebben, en (ii) dat de Silent Stream dit externe reservoir nodig heeft om te accommoderen voor de expansie van verwarmde koelvloeistof en om koelvloeistof bij te vullen na verdamping daarvan. In het oordeel van het hof ligt besloten dat Asetek een en ander niet heeft aangevoerd in het kader van haar betoog over de Silent Stream zoals gedemonstreerd op Computex 2003 (zie hiervoor in 3.1.2). Die uitleg van de gedingstukken is in cassatie niet bestreden en overigens niet onbegrijpelijk, nu Asetek een en ander heeft aangevoerd in het kader van de bespreking van latere uitvoeringen van de Silent Stream, waarbij Asetek uitdrukkelijk het standpunt heeft ingenomen dat de uitvoering van de Silent Stream zoals gedemonstreerd op Computex 2003, afwijkt van die van latere uitvoeringen.
3.1.4 Het vorenstaande betekent dat de hiervoor in 3.1.1 weergeven klachten falen.
3.2 De overige klachten van het middel kunnen evenmin tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).
3.3 Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partij dient Asetek te worden veroordeeld in de proceskosten. Nu Cooler Master op de voet van art. 1019h Rv vergoeding van de kosten in cassatie heeft gevorderd en partijen overeenstemming hebben bereikt over de op de voet van deze bepaling toe te schatten kosten, zal dienovereenkomstig worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
-
verwerpt het beroep;
-
veroordeelt Asetek in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Cooler Master begroot op € 882,34 aan verschotten en € 19.000,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Asetek deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 11 december 2020.
Rechtbank Den Haag 20 september 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10843.
Gerechtshof Den Haag 14 mei 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1118.