ECLI:NL:HR:2018:2304
Arrest
Arrest inhoud
14 december 2018
Eerste Kamer
18/00674
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoekster],wonende in Sint Maarten, VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,
t e g e n
GEZAMENLIJKE ERFGENAMEN VAN [A],wonende in Sint Maarten, VERWEERDERS in cassatie, niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en de erven [verzoekster].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak AR 2013/200 van het gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 24 februari 2015;
b. de vonnissen in de zaak AR 200/2013 - Ghis 77664 - H 31/16 van het gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 10 juni 2016 en 17 november 2017.
De vonnissen van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de vonnissen van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De erven [verzoekster] hebben geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de erven [verzoekster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 14 december 2018.