Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 5. Bezit en houderschap
Artikel 108

Artikel 108 (Houderschap goed verkeersopvatting uiterlijke feiten)

Laatste versie

Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld, met inachtneming van de navolgende regels en overigens op grond van uiterlijke feiten.

Uitleg in duidelijke taal

Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld, met inachtneming van de navolgende regels en overigens op grond van uiterlijke feiten.

Dit artikel stelt dat de vraag of iemand een goed houdt, en of die persoon dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt beoordeeld naar verkeersopvatting. Deze beoordeling gebeurt met inachtneming van de navolgende regels en bovendien op grond van uiterlijke feiten.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad247x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:309 - Verjaring van Grond: Eigendomsverlies is Onrechtmatige Daad

ECLI:NL:HR:2017:30924 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Eigendomsverkrijging door een bezitter te kwader trouw (art. 3:105 BW) is mogelijk, ook als de eigenaar het land had moeten inspecteren om de inbezitneming te ontdekken. De voormalig eigenaar kan vervolgens wel schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad, eventueel in de vorm van teruglevering van de grond.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad150x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2743

ECLI:NL:HR:2015:274318 september 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:784

ECLI:NL:HR:2023:78426 mei 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:257 - Bezit en Houderschap bij Langdurig Onverdeelde Gemeenschappen op Curaçao

ECLI:NL:HR:2020:25714 februari 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

In zaken over langdurig onverdeelde gemeenschappen op Curaçao (art. 3:200a BWC), geldt het uitgangspunt dat een bewuste gebruiker houder is voor de boedel. Louter bouwen of het opmaken van een meetbrief kwalificeert niet als een bezitsdaad voor verkrijgende verjaring.

Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ5989

ECLI:NL:HR:2011:BQ59899 september 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:696 - Bewijslast staatseigendom en verkrijgende verjaring: onbekende eigenaar is onvoldoende

ECLI:NL:HR:2018:6964 mei 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het feit dat de eigenaar van onroerend goed onbekend is, betekent niet automatisch dat het staatseigendom is. Het Land draagt de stelplicht en bewijslast dat de zaak geen andere eigenaar heeft. Voor verkrijgende verjaring moeten alle omstandigheden specifiek worden beoordeeld.

Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1268 - Verkrijgende verjaring: bezitsoverdracht door een voorganger en de beoordeling van bezitsdaden.

ECLI:NL:HR:2017:12687 juli 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij een beroep op verkrijgende verjaring moet de rechter ook onderzoeken of de rechtsvoorganger van de eiser al bezitter was en dit bezit heeft overgedragen. Het negeren van deze stelling en uitsluitend focussen op latere inbezitneming is een onjuiste rechtsopvatting.

Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1010

ECLI:NL:HR:2023:101030 juni 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1852

ECLI:NL:HR:2020:185220 november 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2018:2304

ECLI:NL:HR:2018:230414 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak