Artikel 108 (Houderschap goed verkeersopvatting uiterlijke feiten)
Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld, met inachtneming van de navolgende regels en overigens op grond van uiterlijke feiten.
Uitleg in duidelijke taal
Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld, met inachtneming van de navolgende regels en overigens op grond van uiterlijke feiten.
Dit artikel stelt dat de vraag of iemand een goed houdt, en of die persoon dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt beoordeeld naar verkeersopvatting. Deze beoordeling gebeurt met inachtneming van de navolgende regels en bovendien op grond van uiterlijke feiten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:309 - Verjaring van Grond: Eigendomsverlies is Onrechtmatige Daad
Eigendomsverkrijging door een bezitter te kwader trouw (art. 3:105 BW) is mogelijk, ook als de eigenaar het land had moeten inspecteren om de inbezitneming te ontdekken. De voormalig eigenaar kan vervolgens wel schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad, eventueel in de vorm van teruglevering van de grond.
ECLI:NL:HR:2015:2743
ECLI:NL:HR:2023:784
ECLI:NL:HR:2020:257 - Bezit en Houderschap bij Langdurig Onverdeelde Gemeenschappen op Curaçao
In zaken over langdurig onverdeelde gemeenschappen op Curaçao (art. 3:200a BWC), geldt het uitgangspunt dat een bewuste gebruiker houder is voor de boedel. Louter bouwen of het opmaken van een meetbrief kwalificeert niet als een bezitsdaad voor verkrijgende verjaring.
ECLI:NL:HR:2011:BQ5989
ECLI:NL:HR:2018:696 - Bewijslast staatseigendom en verkrijgende verjaring: onbekende eigenaar is onvoldoende
Het feit dat de eigenaar van onroerend goed onbekend is, betekent niet automatisch dat het staatseigendom is. Het Land draagt de stelplicht en bewijslast dat de zaak geen andere eigenaar heeft. Voor verkrijgende verjaring moeten alle omstandigheden specifiek worden beoordeeld.
ECLI:NL:HR:2017:1268 - Verkrijgende verjaring: bezitsoverdracht door een voorganger en de beoordeling van bezitsdaden.
Bij een beroep op verkrijgende verjaring moet de rechter ook onderzoeken of de rechtsvoorganger van de eiser al bezitter was en dit bezit heeft overgedragen. Het negeren van deze stelling en uitsluitend focussen op latere inbezitneming is een onjuiste rechtsopvatting.