Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 5. Bezit en houderschap
Artikel 107

Artikel 107 (Definities bezit en houderschap)

Laatste versie

1. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.

2. Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

3. Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

4. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.

Dit artikel definieert bezit als de situatie waarin iemand een goed voor zichzelf houdt.

2. Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

Volgens dit lid is bezit onmiddellijk als de bezitter het goed zelf houdt, zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

3. Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

Dit lid stelt dat bezit middellijk is wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

4. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.

Dit lid bepaalt dat houderschap op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk is, vergelijkbaar met de definities voor bezit.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad247x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:309 - Verjaring van Grond: Eigendomsverlies is Onrechtmatige Daad

ECLI:NL:HR:2017:30924 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Eigendomsverkrijging door een bezitter te kwader trouw (art. 3:105 BW) is mogelijk, ook als de eigenaar het land had moeten inspecteren om de inbezitneming te ontdekken. De voormalig eigenaar kan vervolgens wel schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad, eventueel in de vorm van teruglevering van de grond.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ5989

ECLI:NL:HR:2011:BQ59899 september 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA6254

ECLI:NL:HR:2000:AA625421 juni 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1268 - Verkrijgende verjaring: bezitsoverdracht door een voorganger en de beoordeling van bezitsdaden.

ECLI:NL:HR:2017:12687 juli 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij een beroep op verkrijgende verjaring moet de rechter ook onderzoeken of de rechtsvoorganger van de eiser al bezitter was en dit bezit heeft overgedragen. Het negeren van deze stelling en uitsluitend focussen op latere inbezitneming is een onjuiste rechtsopvatting.

Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ0614

ECLI:NL:HR:2007:AZ061426 januari 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1852

ECLI:NL:HR:2020:185220 november 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2018:2304

ECLI:NL:HR:2018:230414 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:1067

ECLI:NL:HR:2017:10679 juni 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1997:AA3194

ECLI:NL:HR:1997:AA31943 september 1997Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen