Artikel 107 (Definities bezit en houderschap)
1. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.
2. Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.
3. Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.
4. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.
Dit artikel definieert bezit als de situatie waarin iemand een goed voor zichzelf houdt.
2. Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.
Volgens dit lid is bezit onmiddellijk als de bezitter het goed zelf houdt, zonder dat een ander het goed voor hem houdt.
3. Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.
Dit lid stelt dat bezit middellijk is wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.
4. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.
Dit lid bepaalt dat houderschap op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk is, vergelijkbaar met de definities voor bezit.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:309 - Verjaring van Grond: Eigendomsverlies is Onrechtmatige Daad
Eigendomsverkrijging door een bezitter te kwader trouw (art. 3:105 BW) is mogelijk, ook als de eigenaar het land had moeten inspecteren om de inbezitneming te ontdekken. De voormalig eigenaar kan vervolgens wel schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad, eventueel in de vorm van teruglevering van de grond.
ECLI:NL:HR:2011:BQ5989
ECLI:NL:HR:2000:AA6254
ECLI:NL:HR:2017:1268 - Verkrijgende verjaring: bezitsoverdracht door een voorganger en de beoordeling van bezitsdaden.
Bij een beroep op verkrijgende verjaring moet de rechter ook onderzoeken of de rechtsvoorganger van de eiser al bezitter was en dit bezit heeft overgedragen. Het negeren van deze stelling en uitsluitend focussen op latere inbezitneming is een onjuiste rechtsopvatting.