ECLI:NL:HR:2014:3522
Arrest
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
5 december 2014
Eerste Kamer
13/05530
LH/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. J. van Weerden,
t e g e n
De STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Financiën),zetelende te Den Haag, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. K. Teuben.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Staat.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 378286 / HA ZA 10-3731 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 26 januari 2011 en 27 juli 2011;
b. het arrest in de zaak 200.098.260/01 van het gerechtshof Den Haag van 23 juli 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is voor de Staat toegelicht door zijn advocaat. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping. De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 24 oktober 2014 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 5 december 2014.