Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Zevende titel. Hoger beroep
Derde afdeling. Van de regtspleging in hooger beroep en de gevolgen van hetzelve
Artikel 353

Artikel 353 (Procedure hoger beroep toepasselijkheid regels uitzonderingen)

Laatste versie

1. Voor zover uit deze titel dan wel uit een andere wettelijke regeling niet anders voortvloeit, is de tweede titel in hoger beroep van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat partijen slechts bij advocaat kunnen procederen, dat artikel 131 niet van toepassing is en dat geen eis in reconventie kan worden ingesteld.

2. Niettemin is artikel 224 niet anders van toepassing dan behoudens de navolgende bepalingen:De oorspronkelijke gedaagde, eischer wordende in hooger beroep, is niet gehouden tot de in dat artikel bedoelde zekerheidstelling.De gedaagde in hooger beroep is daartoe evenmin gehouden, zelfs niet bij het instellen van incidenteel beroep.De in eersten aanleg gestelde zekerheid blijft ook verbonden voor de kosten van hooger beroep.De zekerheidstelling wordt gevorderd vóór alle weren van regten.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voor zover uit deze titel dan wel uit een andere wettelijke regeling niet anders voortvloeit, is de tweede titel in hoger beroep van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat partijen slechts bij advocaat kunnen procederen, dat artikel 131 niet van toepassing is en dat geen eis in reconventie kan worden ingesteld.

Dit lid bepaalt dat de regels van de tweede titel (die de procedure in eerste aanleg beschrijven) ook gelden voor procedures in hoger beroep, tenzij in deze titel (de zevende titel, handelend over hoger beroep) of in een andere wettelijke regeling iets anders is bepaald. Hierbij geldt echter een aantal specifieke voorwaarden: partijen kunnen in hoger beroep alleen procederen als zij worden bijgestaan door een advocaat, artikel 131 (betreffende de mogelijkheid van een mondelinge behandeling na de eerste schriftelijke ronde in eerste aanleg) is niet van toepassing, en het is niet mogelijk om een tegeneis (eis in reconventie) in te stellen.

2. Niettemin is artikel 224 niet anders van toepassing dan behoudens de navolgende bepalingen:De oorspronkelijke gedaagde, eischer wordende in hooger beroep, is niet gehouden tot de in dat artikel bedoelde zekerheidstelling.De gedaagde in hooger beroep is daartoe evenmin gehouden, zelfs niet bij het instellen van incidenteel beroep.De in eersten aanleg gestelde zekerheid blijft ook verbonden voor de kosten van hooger beroep.De zekerheidstelling wordt gevorderd vóór alle weren van regten.

Dit lid stelt dat artikel 224 (dat handelt over zekerheidstelling voor proceskosten) in hoger beroep slechts van toepassing is met inachtneming van de volgende specifieke regels:

  • De partij die in de oorspronkelijke procedure gedaagde was en in hoger beroep als eiser optreedt (de appellant), is niet verplicht om de in artikel 224 bedoelde zekerheid te stellen.
  • De partij die in hoger beroep gedaagde is (de geïntimeerde), is evenmin verplicht om zekerheid te stellen, ook niet als deze partij zelf een incidenteel beroep instelt.
  • Indien er in de procedure in eerste aanleg reeds zekerheid is gesteld, blijft deze zekerheid ook gelden ter dekking van de kosten van het hoger beroep.
  • Een vordering tot het stellen van zekerheid moet worden gedaan voordat de partij van wie zekerheid wordt verlangd, enig inhoudelijk verweer (weren van rechten) over de hoofdzaak heeft gevoerd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad908x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:2026 - Hoge Raad verenigt maatstaven voor schorsing van tenuitvoerlegging bij voorraad - 19 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:202619 december 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt één uniforme maatstaf vast voor de schorsing van tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, ongeacht of dit in kort geding of in een appelincident wordt gevraagd. De strenge 'Ritzen/Hoekstra'-maatstaf (misbruik van recht) geldt niet meer zolang een rechtsmiddel openstaat.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad378x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC4959 - Hoge Raad - 19 juni 2008

ECLI:NL:HR:2008:BC495919 juni 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad293x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI8771 - Hoge Raad - 18 juni 2009

ECLI:NL:HR:2009:BI877118 juni 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad168x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:411 - Processueel ondeelbare rechtsverhouding: alle deelgenoten moeten in hoger beroep - 9 maart 2017

ECLI:NL:HR:2017:4119 maart 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij een processueel ondeelbare rechtsverhouding, zoals een vordering tot verdeling van een nalatenschap, moeten alle deelgenoten in het geding worden betrokken, ook in hoger beroep. De rechter moet de appellant ambtshalve de gelegenheid bieden om niet-opgeroepen deelgenoten alsnog op te roepen via artikel 118 Rv.

Hoge Raad159x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO7817 - Hoge Raad - 8 juli 2004

ECLI:NL:HR:2004:AO78178 juli 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad118x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ7064 - Eiswijziging in hoger beroep na ambtshalve opgeworpen vraag door rechter - 22 september 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ706422 september 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een eiswijziging na memorie van grieven of antwoord is in beginsel niet toegestaan volgens de twee-conclusie-regel. Dat de rechter ambtshalve een nieuwe juridische vraag opwerpt, rechtvaardigt op zichzelf geen uitzondering op deze strikte regel, tenzij de wederpartij ondubbelzinnig instemt of andere uitzonderingsgronden van toepassing zijn.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad92x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:976 - FNV/Pontmeyer: Wanneer een gedragslijn een vaste arbeidsvoorwaarde wordt - 21 juni 2018

ECLI:NL:HR:2018:97621 juni 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad vernietigt een arrest wegens schending van het onmiddellijkheidsbeginsel. Ten overvloede formuleert de Raad gezichtspunten om te bepalen of een door de werkgever gevolgde gedragslijn, zoals een periodieke loonsverhoging, is overgegaan in een voor de werknemer afdwingbare arbeidsvoorwaarde.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Arbeidsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad81x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3264 - Mondelinge behandeling: in beginsel voor de volledige meervoudige kamer - 21 december 2017

ECLI:NL:HR:2017:326421 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een mondelinge behandeling die dient om partijen hun stellingen te laten toelichten in een meervoudig te beslissen zaak, moet in beginsel plaatsvinden voor de volledige kamer. Afwijking is mogelijk, maar partijen moeten hierover worden geïnformeerd en kunnen een meervoudige behandeling verzoeken.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad65x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AX6246 - Hoge Raad - 29 juni 2006

ECLI:NL:HR:2006:AX624629 juni 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad63x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2112 - Lastgeving en Eiswijziging in Hoger Beroep: Een Flexibele Benadering - 15 november 2018

ECLI:NL:HR:2018:211215 november 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een eiser mag in hoger beroep zijn eis wijzigen door te stellen dat hij als lasthebber in eigen naam optreedt voor een derde. Dit is geen ontoelaatbare partijwisseling, maar een toegestane wijziging van de grondslag van de eis, mits tijdig aangevoerd.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht