Arrest inhoud

23 maart 2007

Eerste Kamer

Rek.nr. R06/103HR

RM/AT

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[Verzoeker],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. F.Th.P. van Voorst,

t e g e n

A.A.S. MOSELE q.q.,

kantoorhoudende te Naaldwijk,

VERWEERDER in cassatie.

1. Het geding in feitelijke instanties

Bij vonnis van 7 juli 2004 heeft de rechtbank 's-Gravenhage Agro Trainingscentrum Holland B.V. in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. E. Rabbie als rechter-commissaris en verweerder in cassatie als curator.

Verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - heeft de curator verzocht aan hem bepaalde stukken uit de administratie van de gefailleerde te verstrekken.

De curator heeft geweigerd aan dit verzoek te voldoen.

Bij verzoekschrift van 10 maart 2006 heeft [verzoeker] zich gewend tot die rechter-commissaris en verzocht de curator te bevelen de stukken aan hem ter beschikking te stellen.

Nadat de curator op het verzoek had gereageerd, heeft de rechter-commissaris bij beschikking van 8 mei 2006 het verzoek van [verzoeker] afgewezen.

Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Gravenhage.

Na behandeling van de zaak op 7 juli 2006, heeft de rechtbank bij beschikking van 24 juli 2006 de beschikking van de rechtbank, onder verbetering van gronden, bekrachtigd.

De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De curator heeft een verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, A. Hammerstein en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 maart 2007.