Artikel 69 (Bezwaar handelen curator bij rechter-commissaris)
1. Iedere schuldeiser, de schuldeiserscommissie en ook de gefailleerde kunnen door het indienen van een verzoek tegen elke handeling van de curator bij de rechter-commissaris opkomen, of van deze een bevel uitlokken, dat de curator een bepaalde handeling verrichte of een voorgenomen handeling nalate. Niettemin staat geen beroep open tegen de beslissing van de curator om al dan niet melding of aangifte van onregelmatigheden te doen, als bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder c.
2. De rechter-commissaris beslist, na de curator gehoord te hebben, binnen drie dagen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Iedere schuldeiser, de schuldeiserscommissie en ook de gefailleerde kunnen door het indienen van een verzoek tegen elke handeling van de curator bij de rechter-commissaris opkomen, of van deze een bevel uitlokken, dat de curator een bepaalde handeling verrichte of een voorgenomen handeling nalate. Niettemin staat geen beroep open tegen de beslissing van de curator om al dan niet melding of aangifte van onregelmatigheden te doen, als bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder c.
Dit betekent dat iedere schuldeiser
, de schuldeiserscommissie
en ook de gefailleerde
de mogelijkheid hebben om bij de rechter-commissaris
op te komen
tegen elke handeling van de curator
. Dit doen zij door een verzoek
in te dienen. Zij kunnen van de rechter-commissaris
ook een bevel uitlokken
(een opdracht vragen) dat de curator
een bepaalde handeling moet verrichten of een voorgenomen handeling
juist moet nalaten
(niet doen). Desondanks is er geen beroep
mogelijk tegen de beslissing van de curator
om wel of geen melding of aangifte van onregelmatigheden
te doen, zoals genoemd in artikel 68, tweede lid, onder c
.
2. De rechter-commissaris beslist, na de curator gehoord te hebben, binnen drie dagen.
Dit betekent dat de rechter-commissaris
een beslissing neemt nadat hij de curator gehoord heeft
. Deze beslissing moet binnen drie dagen
genomen worden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:PHR:2024:485 - Parket bij de Hoge Raad - 2 mei 2024
ECLI:NL:HR:2019:1580 - Zekerheidstelling proceskosten door failliet in het buitenland bij art. 69 Fw - 10 oktober 2019
Een failliet zonder woonplaats in Nederland die een procedure start op grond van art. 69 Fw, kan worden verplicht zekerheid te stellen voor de proceskosten. De rechter mag dit echter niet gelasten als daardoor de effectieve toegang tot de rechter wordt belemmerd.
ECLI:NL:HR:2022:1093 - Recofa-richtlijnen zijn geen recht en binden de rechter niet - 14 juli 2022
Recofa-richtlijnen zijn niet aan te merken als recht in de zin van artikel 79 RO. Ze zijn niet vastgesteld door een bevoegde instantie en binden de rechter-commissaris dus niet. Een rechter-commissaris mag daarom afwijken en een eigen beleid hanteren voor het vaststellen van het vrij te laten bedrag.
ECLI:NL:HR:2001:AD4499 - Hoge Raad - 20 december 2001
ECLI:NL:HR:2005:AS3534 - Hoge Raad - 20 januari 2005
ECLI:NL:HR:2008:BC4846 - Hoge Raad - 10 april 2008
ECLI:NL:HR:2000:AA6164 - Hoge Raad - 8 juni 2000
ECLI:NL:HR:1943:115 - Hoge Raad - 8 april 1943
ECLI:NL:HR:2018:1799 - Hoger beroep tegen beslissing rechter-commissaris op verzoek ex artikel 69 Fw - 27 september 2018
Een belanghebbende kan op grond van artikel 69 Fw niet alleen opkomen tegen de wijze van verkoop (openbaar of ondershands), maar ook tegen de beoogde contractant. Tegen een beschikking van de rechter-commissaris op een dergelijk verzoek staat, conform artikel 67 lid 1 Fw, hoger beroep open.
ECLI:NL:HR:2014:1338 - Benoeming crediteurencommissie (art. 74 Fw) en belanghebbende failliet - 5 juni 2014
De rechtbank heeft een ruime discretionaire bevoegdheid bij de beoordeling of de belangrijkheid of aard van de boedel (art. 74 Fw) instelling van een crediteurencommissie rechtvaardigt. Daarbij mag het risico op oneigenlijk gebruik van bevoegdheden door de commissieleden worden meegewogen. De gefailleerde is belanghebbende in deze procedure.