Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder: a. ambtenaar van politie: de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 2, onder a, van de Politiewet 2012, en de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 2, onder c, van die wet, voor zover hij is belast met de uitvoering van de politietaak; b. huisverbod: beschikking houdende een last tot het onmiddellijk verlaten van een bepaalde woning en een verbod tot het betreden van, zich ophouden bij of aanwezig zijn in die woning en een verbod om contact op te nemen met degenen die met de persoon tot wie de beschikking is gericht in dezelfde woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven; c. uithuisgeplaatste: degene aan wie een huisverbod is opgelegd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:3062 - Huisverbod is geen straf, dus strafvervolging voor hetzelfde feit is toegestaan - 4 december 2017
Het opleggen van een bestuursrechtelijk huisverbod is geen 'criminal charge' en heeft geen punitief karakter. Het staat daarom een latere strafrechtelijke vervolging voor hetzelfde feit niet in de weg. De situatie is niet vergelijkbaar met de uitzonderlijke samenloop bij het voormalige alcoholslotprogramma.
ECLI:NL:HR:2012:BV7497 - Tenlastelegging schending huisverbod: bestanddelen en wettelijke grondslag - 2 april 2012
Een tenlastelegging voor het schenden van een huisverbod hoeft niet expliciet de term 'uithuisgeplaatste' of de wettelijke grondslag van het verbod te bevatten. Het noemen van 'een aan hem opgelegd huisverbod' is voldoende, omdat dit impliciet de hoedanigheid en de basis van het verbod omvat.
ECLI:NL:HR:2025:194 - Huisverbod: verblijf in geschakelde woning is schending van nabijheidsverbod - 10 februari 2025
Het verblijven in de direct aangrenzende helft van een twee-onder-een-kapwoning valt onder 'zich ophouden in de nabijheid van' de woning waarvoor een huisverbod geldt. Dit vormt een overtreding van het huisverbod zoals strafbaar gesteld in de Wet tijdelijk huisverbod (Wth).
ECLI:NL:HR:2016:2239 - Bekentenis huisverbod vereist ook erkenning van opzet - 3 oktober 2016
Voor een verkorte bewijsmotivering (art. 359 lid 3 Sv) is een volledige bekentenis vereist. Bij een misdrijf als het schenden van een huisverbod (art. 11 Wet tijdelijk huisverbod) moet de verdachte niet alleen de handeling bekennen, maar ook het opzet daarop. Zonder die erkenning is de bekentenis niet ondubbelzinnig.