Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel V. Misdrijven tegen de openbare orde
Artikel 139g

Artikel 139g (Strafbaar helen van niet-openbare gegevens)

Laatste versie

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft degene die niet-openbare gegevens:

a. verwerft of voorhanden heeft, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf zijn verkregen; b. ter beschikking van een ander stelt, aan een ander bekend maakt of uit winstbejag voorhanden heeft of gebruikt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betreft.

2. Niet strafbaar is degene die te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het algemeen belang het verwerven, voorhanden hebben, ter beschikkingstellen, bekendmaken of gebruik van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, vereiste.

Uitleg in duidelijke taal

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft degene die niet-openbare gegevens:

Dit betekent dat een persoon gestraft kan worden met een gevangenisstraf van maximaal één jaar of een geldboete van de vierde categorie, indien die persoon handelingen verricht met niet-openbare gegevens zoals hieronder nader omschreven.

a. verwerft of voorhanden heeft, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf zijn verkregen;

Dit onderdeel specificeert dat strafbaarheid geldt voor de persoon die niet-openbare gegevens verwerft (in bezit krijgt) of voorhanden heeft (onder zich heeft), terwijl die persoon op het moment van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze gegevens door misdrijf zijn verkregen.

b. ter beschikking van een ander stelt, aan een ander bekend maakt of uit winstbejag voorhanden heeft of gebruikt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betreft.

Dit onderdeel breidt de strafbaarheid uit naar de persoon die niet-openbare gegevens:

  • ter beschikking van een ander stelt (aan iemand anders geeft of toegang verleent),
  • aan een ander bekend maakt (de inhoud aan iemand anders onthult), of
  • uit winstbejag voorhanden heeft of gebruikt (de gegevens onder zich heeft of benut met het doel om er financieel voordeel uit te halen), terwijl die persoon weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betreft.

2. Niet strafbaar is degene die te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het algemeen belang het verwerven, voorhanden hebben, ter beschikkingstellen, bekendmaken of gebruik van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, vereiste.

Dit betekent dat een persoon niet strafbaar is als hij of zij te goeder trouw (oprecht en zonder kwade bedoelingen) heeft kunnen aannemen dat het algemeen belang (het belang van de samenleving als geheel) het vereiste (noodzakelijk maakte) om de in het eerste lid genoemde niet-openbare gegevens te verwerven, voorhanden te hebben, ter beschikking te stellen, bekend te maken of te gebruiken.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

7 uitspraken gevonden
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2620 - Gerechtshof Amsterdam - 2 oktober 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:26202 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8401 - Rechtbank Rotterdam - 10 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:840110 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1996 - Hof veroordeelt man voor grootschalige identiteitsfraude via Genesis Market - 23 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:199623 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het Gerechtshof Den Haag veroordeelt een verdachte voor het aankopen van bots en het plegen van computervredebreuk en identiteitsfraude. Het hof kent een hogere straf toe dan de rechtbank en wijst een vordering tot vergoeding van immateriële schade wegens identiteitsfraude toe op basis van artikel 6:106 BW.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10708 - Rechtbank Rotterdam - 9 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:107089 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10709 - Rechtbank Rotterdam - 9 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:107099 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5926 - Rechtbank Amsterdam - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:592613 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14565 - Rechtbank Den Haag - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:145656 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht