Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Vierde titel. Van middelen tot bewaring van zijn recht
Zevende afdeling. Van conservatoir beslag tot afgifte van zaken en levering van goederen
Artikel 730

Artikel 730 (Conservatoir beslag afgifte zaken levering goederen)

Laatste versie

Ieder die recht heeft op afgifte van een roerende zaak of levering van een goed of die zodanig recht door een rechterlijke uitspraak tot vernietiging of ontbinding kan verkrijgen, kan deze zaak of dit goed ter bewaring van dit recht in beslag nemen.

Uitleg in duidelijke taal

Ieder die recht heeft op afgifte van een roerende zaak of levering van een goed of die zodanig recht door een rechterlijke uitspraak tot vernietiging of ontbinding kan verkrijgen, kan deze zaak of dit goed ter bewaring van dit recht in beslag nemen.

Dit artikel betekent het volgende: eenieder die recht heeft op afgifte van een roerende zaak of levering van een goed, óf eenieder die een zodanig recht door een rechterlijke uitspraak tot vernietiging of ontbinding kan verkrijgen, kan deze zaak of dit goed ter bewaring van dit recht in beslag nemen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

6 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:753 - Parket bij de Hoge Raad - 4 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:7534 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:4382 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 15 juli 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:438215 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVastgoedrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:996 - Conclusie: Overgangsrecht en cassatietermijn bij modernisering van het bewijsrecht - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:99612 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De P-G concludeert dat de nieuwe, kortere cassatietermijn van acht weken uit de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht niet geldt voor een inzageverzoek dat is ingesteld onder het oude recht (art. 843a Rv-oud). De oude termijn van drie maanden blijft van toepassing.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2025:4579 - Rechtbank Amsterdam - 2 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:45792 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba

ECLI:NL:OGHACMB:2025:239 - Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba - 30 september 2025

ECLI:NL:OGHACMB:2025:23930 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:905 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:90529 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht