Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. De rechter kan, indien alle partijen op de mondelinge behandeling zijn verschenen, tijdens of na de mondelinge behandeling ter zitting mondeling uitspraak doen.

Dit lid betekent letterlijk dat de rechter de bevoegdheid heeft om, wanneer alle betrokken partijen aanwezig zijn geweest bij de mondelinge behandeling, gedurende of na afloop van deze mondelinge behandeling ter zitting een mondelinge uitspraak te doen.

2. In afwijking van de artikelen 230 en 287 bestaat de mondelinge uitspraak uit de beslissing en de gronden van de beslissing.

Dit lid stelt dat, in tegenstelling tot wat in de artikelen 230 en 287 is bepaald, een mondelinge uitspraak dient te bestaan uit de genomen beslissing en de redenen (gronden) die tot die beslissing hebben geleid.

3. Van de mondelinge uitspraak wordt door de rechter een proces-verbaal opgemaakt, dat door hem wordt ondertekend. Bij verhindering van de rechter wordt dit in het proces-verbaal vermeld.

Dit lid schrijft voor dat de rechter een officieel verslag, een proces-verbaal, moet opstellen van de mondelinge uitspraak. Dit proces-verbaal dient vervolgens door de rechter te worden ondertekend. Indien de rechter verhinderd is, moet hiervan melding worden gemaakt in het proces-verbaal.

4. De rechter stelt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee weken na de mondelinge uitspraak, een afschrift van het proces-verbaal ter beschikking van partijen. Het afschrift dat wordt verstrekt aan een partij die tot tenuitvoerlegging van de uitspraak kan overgaan, is in executoriale vorm opgemaakt.

Dit lid bepaalt dat de rechter zo snel als mogelijk, en in elk geval uiterlijk binnen een termijn van twee weken volgend op de mondelinge uitspraak, een kopie (afschrift) van het proces-verbaal beschikbaar moet stellen aan de partijen. Het afschrift dat wordt gegeven aan een partij die de uitspraak wil laten uitvoeren (tot tenuitvoerlegging kan overgaan), moet zijn opgemaakt in een vorm die directe executie mogelijk maakt (executoriale vorm).

5. Indien vanwege een spoedeisend belang de schriftelijke uitspraak niet kan worden afgewacht, kan de rechter in afwijking van het eerste lid, ongeacht of alle partijen op de mondelinge behandeling zijn verschenen, tijdens of na de mondelinge behandeling ter zitting mondeling uitspraak doen. De mondelinge uitspraak omvat, in afwijking van het tweede lid, de beslissing en de belangrijkste gronden van de beslissing. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op deze mondelinge uitspraak.

Dit lid regelt een uitzondering: als er sprake is van een spoedeisend belang waardoor de schriftelijke uitspraak niet kan worden afgewacht, dan mag de rechter, afwijkend van het eerste lid, mondeling uitspraak doen tijdens of na de mondelinge behandeling ter zitting, ook als niet alle partijen daarbij aanwezig waren. In zo'n geval bevat de mondelinge uitspraak, afwijkend van het tweede lid, de beslissing en uitsluitend de belangrijkste gronden daarvoor. De bepalingen van het derde en vierde lid (over het proces-verbaal en de termijn voor het afschrift) zijn in deze situatie niet van toepassing.

6. Wordt mondeling uitspraak gedaan op grond van het vijfde lid, dan stelt de rechter zo nodig een verkort vonnis of verkorte beschikking in executoriale vorm op. In ieder geval wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee weken na de mondelinge uitspraak, met inachtneming van de eisen opgenomen in de artikelen 230 en 287, een volledige schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak ter beschikking van partijen gesteld. De schriftelijke uitwerking vermeldt de datum van de mondelinge uitspraak alsmede de datum van vaststelling van de schriftelijke uitwerking van die uitspraak. Is geen verkort vonnis of verkorte beschikking in executoriale vorm opgemaakt, dan is de volledige schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak in executoriale vorm opgemaakt.

Dit lid beschrijft wat er gebeurt als een mondelinge uitspraak wordt gedaan op basis van het vijfde lid (spoedeisend belang). De rechter stelt dan, indien nodig, een verkort vonnis of een verkorte beschikking op in een vorm die directe tenuitvoerlegging mogelijk maakt (executoriale vorm). Ongeacht of dit gebeurt, moet er zo spoedig mogelijk, en uiterlijk binnen twee weken na de mondelinge uitspraak, een volledige schriftelijke uitwerking van deze mondelinge uitspraak aan de partijen worden verstrekt, waarbij de eisen uit de artikelen 230 en 287 in acht moeten worden genomen. Deze schriftelijke uitwerking moet de datum van de mondelinge uitspraak vermelden, alsook de datum waarop de schriftelijke uitwerking zelf is vastgesteld. Indien er geen verkort vonnis of verkorte beschikking in executoriale vorm is opgemaakt, dan moet de volledige schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak in executoriale vorm zijn opgemaakt.