Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. De rechter kan, indien een verzoekschrift over hetzelfde of een verknocht onderwerp reeds bij een andere rechter is ingediend, de verwijzing naar die andere rechter bevelen. Een verzoek daartoe kan worden gedaan tot de aanvang van de behandeling. De griffier zendt een afschrift van de beschikking aan de rechter naar wie is verwezen.

Dit lid bepaalt dat de rechter de bevoegdheid heeft om te bevelen dat een verzoekschrift wordt verwezen naar een andere rechter. Dit kan de rechter doen als er al een verzoekschrift over hetzelfde onderwerp, of over een onderwerp dat daarmee nauw verbonden is (verknocht onderwerp), bij die andere rechter is ingediend. Een verzoek om een dergelijke verwijzing kan worden gedaan tot het moment dat de behandeling van de zaak begint (aanvang van de behandeling). Wanneer de rechter tot verwijzing besluit, zendt de griffier een kopie (afschrift) van deze beslissing (beschikking) naar de rechter waarnaar de zaak is verwezen.

2. Indien bij dezelfde rechter meer verzoekschriften over hetzelfde of een verknocht onderwerp zijn ingediend, kan de voeging daarvan worden bevolen. Een verzoek daartoe kan worden gedaan tot het einde van de behandeling.

Dit lid stelt dat als er bij dezelfde rechter meerdere verzoekschriften zijn ingediend die betrekking hebben op hetzelfde onderwerp of op onderwerpen die nauw met elkaar verbonden zijn (verknocht onderwerp), de rechter kan bevelen dat deze verzoekschriften worden samengevoegd (voeging). Een verzoek om een dergelijke voeging kan worden ingediend tot het moment dat de behandeling van de zaak is afgerond (einde van de behandeling).