Artikel 20 (Onredelijke vertraging procedure)
1. De rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en treft, zo nodig, op verzoek van een partij of ambtshalve maatregelen.
2. Partijen zijn tegenover elkaar verplicht onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en treft, zo nodig, op verzoek van een partij of ambtshalve maatregelen.
Dit betekent dat de rechter
ervoor moet zorgen dat er geen onredelijke vertraging van de procedure
plaatsvindt. Indien dit nodig is, zal de rechter
maatregelen
treffen. Dit kan gebeuren op verzoek van een partij
of omdat de rechter
dit zelfstandig besluit (ambtshalve
).
2. Partijen zijn tegenover elkaar verplicht onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.
Dit betekent dat partijen
de verplichting
hebben ten opzichte van elkaar om onredelijke vertraging van de procedure
te voorkomen
.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNHO:2025:11343 - Rechtbank Noord-Holland - 1 oktober 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2666 - Gerechtshof Amsterdam - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17134 - Rechtbank Den Haag: bevoegdheidsincident is materieel verweer, geen grond voor schorsing - 17 september 2025
De Rechtbank van Den Haag wijst een bevoegdheidsincident af omdat de betwisting van de territoriale reikwijdte van een verbod een principaal verweer is, niet een bevoegdheidskwestie. Een verzoek tot schorsing wegens een EUIPO-nietigheidsprocedure wordt afgewezen omdat deze procedure pas na aanvang van de rechtszaak is gestart.