Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Eerste titel. Algemene bepalingen
Derde afdeling. Algemene voorschriften voor procedures
Artikel 20

Artikel 20 (Onredelijke vertraging procedure)

Laatste versie

1. De rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en treft, zo nodig, op verzoek van een partij of ambtshalve maatregelen.

2. Partijen zijn tegenover elkaar verplicht onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en treft, zo nodig, op verzoek van een partij of ambtshalve maatregelen.

Dit betekent dat de rechter ervoor moet zorgen dat er geen onredelijke vertraging van de procedure plaatsvindt. Indien dit nodig is, zal de rechter maatregelen treffen. Dit kan gebeuren op verzoek van een partij of omdat de rechter dit zelfstandig besluit (ambtshalve).

2. Partijen zijn tegenover elkaar verplicht onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.

Dit betekent dat partijen de verplichting hebben ten opzichte van elkaar om onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.