Artikel 6:5

Laatste versie

De rechter verleent een zorgmachtiging voor de duur die noodzakelijk is om het doel van verplichte zorg te realiseren, maar maximaal voor:

a. zes maanden, indien het doel van verplichte zorg de gronden, bedoeld in artikel 3:4, onderdelen b, c, d en e, betreft;

b. twaalf maanden, indien het een zorgmachtiging betreft die aansluit op een zorgmachtiging als bedoeld in onderdeel a, of een rechterlijke machtiging op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, zoals die luidde voor inwerkingtreding van deze wet, dan wel een plaatsing op grond van artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat artikellid luidde voor inwerkingtreding van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;

c. twee jaar, indien het een aansluitende zorgmachtiging betreft voor een persoon die gedurende de afgelopen vijf jaar:

1°. verplichte zorg heeft ontvangen;

2°. opgenomen is geweest, respectievelijk zorg heeft ontvangen op grond van een eerder afgegeven machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling of rechterlijke machtiging op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, zoals die luidde voor inwerkingtreding van deze wet; of

3°. is geplaatst op grond van artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat artikellid luidde voor inwerkingtreding van deze wet.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:818

ECLI:NL:HR:2021:8184 juni 2021Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:316 - Relatieve bevoegdheid en het hoorrecht in Wvggz-zaken

ECLI:NL:HR:2023:31624 februari 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Het tijdstip van indiening van het verzoekschrift bepaalt de relatieve bevoegdheid in Wvggz-zaken. De rechter kan verwijzen bij verhuizing, maar mag nooit een zorgmachtiging verlenen zonder de betrokkene deugdelijk op te roepen en te horen, zelfs niet onder tijdsdruk.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Gezondheidsrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:835

ECLI:NL:HR:2022:8353 juni 2022Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:534 - Strafrechter mag zorgmachtiging opleggen zonder verzoek van de officier van justitie

ECLI:NL:HR:2021:5349 april 2021Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De strafrechter kan op grond van art. 2.3 Wfz ambtshalve een zorgmachtiging afgeven, ook als de officier van justitie geen verzoekschrift indient. Om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen, mag de rechter de officier van justitie bevelen de relevante Wvggz-documenten te verstrekken.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1508 - Wvggz: Voorwaardelijke zorgmachtiging toegestaan, nieuwe medische verklaring niet

ECLI:NL:HR:2020:150825 september 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een zorgmachtiging (Wvggz) mag ambulante zorg combineren met een voorwaardelijke opname in een accommodatie. De rechter kan echter niet als extra voorwaarde stellen dat een nieuwe medische verklaring nodig is als die opname later tijdens de looptijd van de machtiging plaatsvindt.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:564

ECLI:NL:HR:2023:56414 april 2023Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:983 - Zorgmachtiging is vrijheidsbenemende maatregel bij toetsing voorlopige hechtenis

ECLI:NL:HR:2022:98312 juli 2022Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een door de strafrechter opgelegde zorgmachtiging (Wfz) die leidt tot opname, moet bij de beoordeling van de voorlopige hechtenis worden aangemerkt als een 'tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel' in de zin van art. 67a lid 3 Sv, ondanks het civielrechtelijke karakter.

StrafrechtStrafprocesrecht
Civiel RechtGezondheidsrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:895

ECLI:NL:HR:2022:89517 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:972

ECLI:NL:HR:2023:97223 juni 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:845 - Lex Mitior-beginsel prevaleert boven overgangsrecht bij wijziging sanctierecht (Wvggz)

ECLI:NL:HR:2021:84529 juni 2021Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De overgang van de maatregel ex art. 37 Sr naar de zorgmachtiging onder de Wfz/Wvggz is een gunstigere wijziging van sanctierecht. Deze moet op grond van art. 1 lid 2 Sr met onmiddellijke ingang worden toegepast, waarbij strijdig overgangsrecht buiten toepassing wordt gelaten.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten