Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 7. Rechtsmiddelen
Afdeling 5. Bijzondere rechtsmiddelen
Artikel 96

Artikel 96

Laatste versie

1. Indien het beroep, bedoeld in artikel 94, ongegrond is verklaard en de vreemdeling beroep instelt tegen het voortduren van de vrijheidsontneming, sluit de rechtbank het vooronderzoek binnen een week na ontvangst van het beroepschrift. In afwijking van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht kan de rechtbank ook zonder toestemming van partijen bepalen dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

2. De rechtbank doet mondeling of schriftelijk uitspraak. De schriftelijke uitspraak wordt binnen zeven dagen na de sluiting van het onderzoek gedaan. In afwijking van artikel 8:66, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de in dat artikel bedoelde termijn niet worden verlengd.

3. Indien de rechtbank bij het beroep van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel in strijd is met deze wet dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij het beroep gegrond. In dat geval beveelt de rechtbank de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:8070 - Rechtbank Den Haag - 21 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:807021 mei 2024Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:7402 - Rechtbank Den Haag - 9 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:74029 mei 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:17555 - Rechtbank Den Haag - 17 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1755517 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:9443 - Rechtbank Den Haag - 4 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:94434 juni 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:8364 - Rechtbank Den Haag - 26 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:836426 mei 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2023:20312 - Rechtbank Den Haag - 18 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:2031218 december 2023Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:17514 - Rechtbank Den Haag - 27 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1751427 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:7401 - Rechtbank Den Haag - 9 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:74019 mei 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:4387 - Rechtbank Den Haag - 21 maart 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:438721 maart 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:866 - Rechtbank Den Haag - 21 januari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:86621 januari 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak