Artikel 71b
Paragraaf 4.1.3.2 en de artikelen 8:55c en 8:55f, van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op besluiten ten aanzien van aanvragen op grond van deze wet en beslissingen op bezwaar tegen deze besluiten.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:18423 - Rechtbank Den Haag - 6 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17625 - Rechtbank verwerpt FIFO-verweer bij niet tijdig beslissen op nareisaanvraag - 24 september 2025
De rechtbank Den Haag oordeelt dat het hanteren van het "first-in first-out"-principe door de IND geen reden is om een ruimere beslistermijn op te leggen of een beroep aan te houden. De rechtbank volgt de vaste jurisprudentie en legt een concrete beslistermijn en een dwangsom op.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17533 - Rechtbank verlengt beslistermijn voor mvv-aanvragen wegens bijzondere omstandigheden - 22 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een beroep tegen het niet tijdig beslissen op mvv-aanvragen voor gezinshereniging gegrond is. Wegens bijzondere omstandigheden stelt de rechter, in lijn met vaste jurisprudentie, een langere beslistermijn dan de wettelijke twee weken vast.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17534 - Rechtbank legt langere beslistermijn op voor mvv-aanvragen gezinshereniging - 22 september 2025
De rechtbank oordeelt dat bij aanvragen voor gezinshereniging (nareis en regulier) sprake is van een bijzonder geval. Daarom wordt met toepassing van artikel 8:55d, derde lid, Awb een langere beslistermijn dan twee weken opgelegd, aansluitend bij de fasen en termijnen uit eerdere jurisprudentie van de Afdeling.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17542 - Beroep tegen niet tijdig beslissen in nareiszaak gegrond met verlengde beslistermijn - 22 september 2025
De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een mvv-aanvraag in het kader van nareis gegrond. Vanwege de bijzondere aard van nareiszaken legt de rechtbank, in lijn met vaste jurisprudentie, een langere beslistermijn op dan de standaard twee weken.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17250 - Rechtbank veroordeelt minister tot beslissen met oplegging van rechterlijke dwangsom - 19 september 2025
De rechtbank acht een beroep wegens niet tijdig beslissen kennelijk gegrond. De minister krijgt een termijn van twee weken om alsnog te beslissen. Indien deze termijn wordt overschreden, verbeurt de minister een rechterlijke dwangsom. Daarnaast wordt de maximale bestuurlijke dwangsom toegekend.
ECLI:NL:RBDHA:2025:16927 - Rechtbank legt minister nieuwe beslistermijn en dwangsom op na niet tijdig beslissen - 15 september 2025
De rechtbank oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op een aanvraag voor gezinshereniging. Het beroep is gegrond en de rechtbank stelt een nieuwe beslistermijn vast, legt tevens een rechterlijke dwangsom op en bepaalt de hoogte van de reeds verbeurde bestuurlijke dwangsom.