Artikel 61
1. De vreemdeling die niet of niet langer rechtmatig verblijf heeft, dient Nederland uit eigen beweging te verlaten binnen de in artikel 62 bepaalde termijn.
2. Indien de werking van de beschikking, waarbij de aanvraag is afgewezen of de verblijfsvergunning is ingetrokken, is opgeschort, kan van de vreemdeling medewerking worden gevorderd aan de voorbereiding van het vertrek uit Nederland.
3. Het indienen van een klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht schort de verplichting, bedoeld in het eerste lid, niet op.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:15562 - Rechtbank Den Haag - 20 augustus 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:15472 - Rechtbank Den Haag - 20 augustus 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17596 - Intrekking asielvergunning na ernstig misdrijf en de toets aan openbare orde - 19 september 2025
De rechtbank oordeelt dat de minister een asielvergunning mocht intrekken van een vreemdeling die is veroordeeld voor ernstige misdrijven. De minister heeft voldoende gemotiveerd dat de persoonlijke gedragingen van de eiser een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor de samenleving vormen.