Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Verblijf
Afdeling 1. Rechtmatig verblijf
Paragraaf 2. Tijdelijke bescherming
Artikel 3.9a

Artikel 3.9a

Laatste versie

1. Als vreemdelingen, bedoeld in artikel 3.1a, eerste lid, aanhef en onder e, van het Besluit, zijn aangewezen vreemdelingen die:

a. de Oekraïense nationaliteit hebben en die na 26 november 2021 Oekraïne zijn ontvlucht of die in de periode van 27 november 2021 tot en met 23 februari 2022 naar het grondgebied van de Europese Unie zijn gereisd; b. de Oekraïense nationaliteit hebben en die kunnen aantonen dat zij in de periode vóór 27 november 2021 feitelijk al in Nederland verbleven; of c. beschikken over een op 23 februari 2022 geldige Oekraïense permanente verblijfsvergunning en ten aanzien van wie:

1°. aannemelijk is dat zij Oekraïne na 26 november 2021 hebben verlaten; en 2°. niet is gebleken dat zij na 23 februari 2022 naar het land van herkomst zijn teruggekeerd.

2. Artikel 3.1a, eerste lid, aanhef en onder b tot en met d, van het Besluit, is van overeenkomstige toepassing op familieleden van vreemdelingen als bedoeld in het eerste lid.

Gerelateerde rechtspraak

Raad van State185x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:32 - Raad van State - 16 januari 2024

ECLI:NL:RVS:2024:3216 januari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:10438 - Rechtbank Den Haag - 3 juli 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:104383 juli 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:13059 - Rechtbank Den Haag - 15 augustus 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1305915 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:1241 - Rechtbank Den Haag - 5 februari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:12415 februari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:8132 - Rechtbank Den Haag - 14 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:813214 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:7061 - Rechtbank Den Haag - 7 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:70617 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:6992 - Rechtbank Den Haag - 2 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:69922 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:4294 - Rechtbank Den Haag - 26 maart 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:429426 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:9316 - Rechtbank Den Haag - 2 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:93162 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:6549 - Rechtbank Den Haag - 30 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:654930 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak