Artikel 11
1 Ter zake van de beslissing van de Commissie vakbekwaamheidseisen civiele cassatieadvocatuur inhoudende dat de advocaat respectievelijk de advocaat bij de Hoge Raad het examen of de proeve van bekwaamheid niet met goed gevolg heeft afgelegd, of niet heeft voldaan aan de eisen gesteld in de artikelen 3 tot en met 6, eerste lid tot het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in deze artikelen, alsmede tegen de beslissing tot weigering van een verzoek om vrijstelling voor bepaalde onderdelen van de in de artikelen 3 tot en met 5 gestelde eisen, kan de advocaat respectievelijk de advocaat bij de Hoge Raad binnen zes weken een bezwaarschrift indienen bij de Algemene Raad.
2 De Algemene Raad beslist op het bezwaar met inachtneming van het door de Commissie van toezicht en advies civiele cassatieadvocatuur over het bezwaar uitgebrachte advies.
3 Het bepaalde in de vorige leden is van overeenkomstige toepassing op de beslissing van de Algemene Raad, inhoudende de gehele of gedeeltelijke weigering van de vrijstelling als bedoeld in artikel 6, derde lid.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2015]