Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen
HOOFDSTUK III. TERUGKEER VAN HET KIND
Artikel 13

Artikel 13

Laatste versie

Niettegenstaande het bepaalde in het voorgaande artikel, is de rechterlijke of administratieve autoriteit van de aangezochte Staat niet gehouden de terugkeer van het kind te gelasten, indien de persoon, de instelling of het lichaam dat zich tegen de terugkeer verzet, aantoont dat: a) de persoon, de instelling of het lichaam dat de zorg had voor de persoon van het kind, het recht betreffende het gezag niet daadwerkelijk uitoefende ten tijde van de overbrenging of het niet doen terugkeren, of naderhand in deze overbrenging of het niet doen terugkeren had toegestemd of berust; of dat b) er een ernstig risico bestaat dat het kind door zijn terugkeer wordt blootgesteld aan een lichamelijk of geestelijk gevaar, dan wel op enigerlei andere wijze in een ondragelijke toestand wordt gebracht. De rechterlijke of administratieve autoriteit kan eveneens weigeren de terugkeer van het kind te gelasten, indien zij vaststelt dat het kind zich verzet tegen zijn terugkeer en een leeftijd en mate van rijpheid heeft bereikt, die rechtvaardigt dat met zijn mening rekening wordt gehouden. Bij het beoordelen van de in dit artikel bedoelde omstandigheden, houden de rechterlijke of administratieve autoriteiten rekening met de gegevens omtrent de maatschappelijke omstandigheden van het kind, die zijn verstrekt door de centrale autoriteit of enige andere bevoegde autoriteit van de Staat waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

8 uitspraken gevonden
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1827 - Gerechtshof Den Haag - 9 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:18279 september 2025Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14296 - Rechtbank Den Haag - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1429622 juli 2025Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15726 - Rechtbank Den Haag - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1572621 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1765 - Gerechtshof Den Haag - 20 augustus 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:176520 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18246 - Rechtbank Den Haag - 25 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1824625 september 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16829 - Rechtbank Den Haag - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1682928 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1526 - Gerechtshof Den Haag - 29 juli 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:152629 juli 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1363 - Gerechtshof Den Haag - 30 juni 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:136330 juni 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht