Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen
HOOFDSTUK III. TERUGKEER VAN HET KIND
Artikel 12

Artikel 12

Laatste versie

Wanneer een kind ongeoorloofd is overgebracht of wordt vastgehouden in de zin van artikel 3 en er minder dan één jaar is verstreken tussen de overbrenging of het niet doen terugkeren en het tijdstip van de indiening van het verzoek bij de rechterlijke of administratieve autoriteit van de Verdragsluitende Staat waar het kind zich bevindt, gelast de betrokken autoriteit de onmiddellijke terugkeer van het kind. De rechterlijke of administratieve autoriteit gelast, zelfs in het geval dat het verzoek tot haar wordt gericht nadat de in het vorige lid bedoelde termijn van één jaar is verstreken, eveneens de terugkeer van het kind, tenzij wordt aangetoond dat het kind inmiddels is geworteld in zijn nieuwe omgeving. Wanneer de rechterlijke of administratieve autoriteit van de aangezochte Staat redenen heeft om aan te nemen dat het kind naar een andere Staat is meegenomen, kan zij de procedure schorsen of het verzoek tot terugkeer van het kind afwijzen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

8 uitspraken gevonden
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1526 - Gerechtshof Den Haag - 29 juli 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:152629 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1827 - Gerechtshof Den Haag - 9 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:18279 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1765 - Gerechtshof Den Haag - 20 augustus 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:176520 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14296 - Rechtbank Den Haag - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1429622 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1363 - Gerechtshof Den Haag - 30 juni 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:136330 juni 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18246 - Rechtbank Den Haag - 25 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1824625 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16829 - Rechtbank Den Haag - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1682928 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15726 - Rechtbank Den Haag - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1572621 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht