Artikel 3

Laatste versie

1. Artikel 1 en Afdeling 2 van Hoofdstuk II, alsmede de Hoofdstukken III tot en met V van de Overleveringswet zijn van overeenkomstige toepassing op de behandeling van aanhoudingsbevelen als bedoeld in Deel III, Titel VII (Overlevering), van de op 30 december 2020 te Brussel en Londen tot stand gekomen Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland anderzijds (PbEU 2020, L 444 en PbEU 2021, L 149).

2. Uitsluitend met het oog op de in het eerste lid bedoelde toepassing van artikel 1 van de Overleveringswet wordt tevens verstaan onder:

a. Overleveringsovereenkomst: Deel III, Titel VII (Overlevering), van de op 30 december 2020 te Brussel en Londen tot stand gekomen Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland anderzijds (PbEU 2020, L 444 en PbEU 2021, L 149); b. Europees aanhoudingsbevel: een aanhoudingsbevel als bedoeld in artikel 598 van de Overleveringsovereenkomst; c. overlevering: de terbeschikkingstelling op grond van de Overleveringsovereenkomst van een persoon door de justitiële autoriteiten van, Nederland, respectievelijk, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland ten behoeve van hetzij een in Nederland, respectievelijk het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek, hetzij de tenuitvoerlegging van een hem in Nederland, respectievelijk, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, opgelegde vrijheidsbenemende straf of maatregel; d. opgeëiste persoon: de persoon op wie een aanhoudingsbevel op grond van de Overleveringsovereenkomst betrekking heeft; e. uitvaardigende justitiële autoriteit: de justitiële autoriteit van Nederland, respectievelijk het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, krachtens het nationale recht bevoegd tot het afgeven van een aanhoudingsbevel krachtens de Overleveringsovereenkomst; f. uitvaardigende staat: de staat waar de uitvaardigende justitiële autoriteit werkzaam is; g. uitvoerende justitiële autoriteit: de justitiële autoriteit van Nederland, respectievelijk het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, krachtens het nationale recht bevoegd tot het nemen van de beslissing tot overlevering op basis van een aanhoudingsbevel krachtens de Overleveringsovereenkomst; h. uitvoerende staat: de staat waar de uitvoerende justitiële autoriteit werkzaam is.