Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Procedurele bepalingen en sancties
Artikel 4.2. Verzamelaanvraag

Artikel 4.2. Verzamelaanvraag

Laatste versie

1. De landbouwer die aanspraak maakt op rechtstreekse betalingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, maakt voor de aanvraag van betalingsrechten alsmede de activering van betalingsrechten en de aanvraag van betalingen gebruik van de verzamelaanvraag.

2. De verzamelaanvraag wordt volledig en naar waarheid door de landbouwer ingevuld, ondertekend en gedagtekend met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.

3. Behoudens de toepassing van artikel 12, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 640/2014 wordt de verzamelaanvraag in de periode van 1 maart tot en met 15 mei ingediend bij de minister.

4. Bij de verzamelaanvraag legt de landbouwer alle bewijsstukken over die de minister nodig acht voor de beoordeling van de aanvraag.

5. De landbouwer die aanspraak maakt op de steun, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, onderdeel d, verleent de minister toestemming om de gegevens die over zijn bedrijf zijn opgenomen in de I&R-systemen, bedoeld in artikel 14, onderdeel a, en artikel 34, onderdeel a, van de Regeling identificatie en registratie van dieren, te verwerken ten behoeve van de controle op de naleving van deze regeling.

6. In afwijking van het derde lid wordt de verzamelaanvraag in het kalenderjaar 2015 bij de minister ingediend in de periode van 1 april tot en met 15 juni.

7. De landbouwer die vanggewassen inzet als ecologisch aandachtsgebied kan de inhoud van de verzamelaanvraag, onderdeel Regelingen grondgebonden, ingevolge artikel 14, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 809/2014 tot 16 oktober wijzigen wat het gebruik van landbouwpercelen betreft met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.

8. De minister beslist op de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

9. De landbouwer die hennep als vanggewas teelt stuurt de minister de etiketten van het gebruikte zaaizaad uiterlijk op 1 september van het jaar van aanvraag toe met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.

10. De uiterste datum, bedoeld in artikel 15, lid 2 ter, van Verordening (EU) nr. 809/2014, waarop de landbouwer wijzigingen kan aanbrengen in het gebruik van zijn landbouwpercelen met gebruikmaking van een middel dat door de minister ter beschikking is gesteld, is 15 oktober.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2023]