Terug naar bibliotheek
Uitvoeringsregeling Algemene wet inkomensafhankelijke regelingenArtikel 5a. Herziening in het voordeel van belanghebbende

Artikel 5a. Herziening in het voordeel van belanghebbende

Laatste versie

1. De Dienst Toeslagen herziet in het voordeel van de belanghebbende een toegekende of herziene tegemoetkoming die onherroepelijk is geworden zodra de Dienst Toeslagen is gebleken dat die tegemoetkoming op een te laag bedrag is vastgesteld, tenzij:

a. vijf jaren zijn verstreken na de laatste dag van het berekeningsjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft en de belanghebbende niet binnen een jaar na de dagtekening van de beschikking tot toekenning om herziening heeft verzocht; b. de onjuistheid van de tegemoetkoming voortvloeit uit jurisprudentie die eerst is gewezen nadat die tegemoetkoming onherroepelijk vast is komen te staan, tenzij de Minister van Financiën, zonodig in overeenstemming met de Ministers die het aangaat, anders heeft bepaald; c. de onjuistheid van de tegemoetkoming voortvloeit uit beleidsregels van de Minister van Financiën of van de Ministers die het aangaat, die eerst zijn uitgevaardigd nadat die tegemoetkoming onherroepelijk vast is komen te staan, tenzij de Minister van Financiën, zonodig in overeenstemming met de Ministers die het aangaat, anders heeft bepaald; d. de onjuistheid van de tegemoetkoming voortvloeit uit de omstandigheid dat eerst nadat die tegemoetkoming onherroepelijk vast is komen te staan een beroep wordt gedaan op een faciliteit, waarop een beroep moet worden gedaan op een eerder wettelijk voorgeschreven moment; of e. sprake is van enig feit waardoor de tegemoetkoming op een te laag bedrag is vastgesteld en een andere tegemoetkoming, al dan niet van dezelfde belanghebbende, ter zake van datzelfde feit op een te hoog bedrag is vastgesteld en ter zake daarvan niet is of kan worden teruggevorderd, met dien verstande dat in dat geval wel in het voordeel van belanghebbende wordt herzien voor zover het te laag vastgestelde bedrag van de tegemoetkoming het te hoog vastgestelde bedrag van de andere tegemoetkoming dat niet is of kan worden teruggevorderd te boven gaat.

2. De Dienst Toeslagen herziet onder bijzondere omstandigheden, onder overeenkomstige toepassing van het eerste lid, onderdelen a tot en met c, in het voordeel van de belanghebbende een beschikking tot terugvordering die onherroepelijk is geworden voor zover de nadelige gevolgen van die beschikking onevenredig zijn in verhouding tot de met die beschikking te dienen doelen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

5 uitspraken gevonden
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2025:11066 - Ambtshalve beoordeling na niet ontvankelijk bezwaar is geen appellabel besluit - 17 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1106617 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een ambtshalve beoordeling, die is opgenomen in hetzelfde geschrift als een niet-ontvankelijkheid van een bezwaar, geen besluit is in de zin van de Awb. Een dergelijke beoordeling is niet op rechtsgevolg gericht en is daarom niet vatbaar voor bezwaar en beroep.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11061 - Rechtbank Rotterdam: Ambtshalve beoordeling na termijnoverschrijding is geen besluit - 17 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1106117 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een ambtshalve beoordeling die is opgenomen in een beslissing op bezwaar na een niet-ontvankelijk verklaring wegens termijnoverschrijding, is geen besluit in de zin van de Awb. Deze beoordeling is niet op rechtsgevolg gericht en kan daarom niet worden aangevochten met bezwaar en beroep.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11067 - Ambtshalve beoordeling na termijnoverschrijding is geen appellabel besluit - 17 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1106717 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een ambtshalve inhoudelijke beoordeling, die door een bestuursorgaan wordt gegeven in hetzelfde geschrift als de nietontvankelijkverklaring van een te laat ingediend bezwaar, is geen besluit in de zin van de Awb. Tegen deze beoordeling staat daarom geen bezwaar of beroep open, oordeelt de rechtbank.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13782 - Rechtbank Den Haag - 2 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:137822 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13783 - Rechtbank Den Haag - 2 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:137832 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht