Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel I. Strafvordering in het algemeen
Derde afdeeling. Vervolging van strafbare feiten
Artikel 9

Artikel 9 (Bevoegdheid vervolging per parket)

Laatste versie

1. De officier van justitie bij het arrondissementsparket is belast met de vervolging van strafbare feiten waarvan de rechtbank in het arrondissement kennisneemt.

2. De officier van justitie bij het landelijk parket is belast met de vervolging van de strafbare feiten ten aanzien waarvan dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald.

3. De officier van justitie bij het functioneel parket is belast met de vervolging van strafbare feiten waarvan de opsporing ingevolge artikel 3 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten tot de taken van een bijzondere opsporingsdienst behoort.

4. De officier van justitie van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie is belast met de vervolging van strafbare feiten ten aanzien waarvan dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald.

5. De advocaat-generaal bij het ressortsparket is belast met de vervolging van de strafbare feiten waarvan het gerechtshof kennis neemt.

Uitleg in duidelijke taal

1. De officier van justitie bij het arrondissementsparket is belast met de vervolging van strafbare feiten waarvan de rechtbank in het arrondissement kennisneemt.

Dit betekent letterlijk dat de officier van justitie die werkzaam is bij het arrondissementsparket, belast is met de vervolging van die strafbare feiten waarvan de rechtbank in het desbetreffende arrondissement kennisneemt.

2. De officier van justitie bij het landelijk parket is belast met de vervolging van de strafbare feiten ten aanzien waarvan dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald.

Dit betekent letterlijk dat de officier van justitie bij het landelijk parket belast is met de vervolging van de strafbare feiten. Het gaat om die feiten ten aanzien waarvan dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald.

3. De officier van justitie bij het functioneel parket is belast met de vervolging van strafbare feiten waarvan de opsporing ingevolge artikel 3 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten tot de taken van een bijzondere opsporingsdienst behoort.

Dit betekent letterlijk dat de officier van justitie bij het functioneel parket belast is met de vervolging van strafbare feiten. Dit betreft specifiek die strafbare feiten waarvan de opsporing ingevolge artikel 3 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten tot de taken van een bijzondere opsporingsdienst behoort.

4. De officier van justitie van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie is belast met de vervolging van strafbare feiten ten aanzien waarvan dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald.

Dit betekent letterlijk dat de officier van justitie van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie belast is met de vervolging van strafbare feiten. Het betreft die feiten ten aanzien waarvan dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald.

5. De advocaat-generaal bij het ressortsparket is belast met de vervolging van de strafbare feiten waarvan het gerechtshof kennis neemt.

Dit betekent letterlijk dat de advocaat-generaal bij het ressortsparket belast is met de vervolging van de strafbare feiten. Het gaat hier om die strafbare feiten waarvan het gerechtshof kennis neemt.