Terug naar bibliotheek
Boek 6. Tenuitvoerlegging
Hoofdstuk 7. Gratie
Artikel 6:7:1

Artikel 6:7:1 (Gratie: toepasselijke straffen en maatregelen)

Laatste versie

1. Gratie kan worden verzocht en verleend ter zake van door de Nederlandse strafrechter onherroepelijk opgelegde:

a. hoofdstraffen en bijkomende straffen; b. maatregelen van onttrekking aan het verkeer, ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders en vrijheidsbeperking.

2. Gratie kan voorts worden verzocht en verleend ter zake van:

a. een gevangenisstraf die door het Internationaal Strafhof is opgelegd wegens een misdrijf gericht tegen de rechtspleging van het Strafhof en waarvan de tenuitvoerlegging in Nederland geschiedt overeenkomstig artikel 67 of 68 van de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof; b. een gevangenisstraf die krachtens een rechterlijke beslissing in een vreemde staat is opgelegd, en in Nederland ten uitvoer te leggen met toepassing van artikel 43 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen of na ongegrondverklaring van een bezwaarschrift ingediend krachtens artikel 35 van die wet; c. sancties opgelegd in een andere lidstaat van de Europese Unie en in Nederland ten uitvoer te leggen met toepassing van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.

3. Geen gratie kan worden verleend van onvoorwaardelijke geldboeten tot en met een bedrag van € 340.

Uitleg in duidelijke taal

1. Gratie kan worden verzocht en verleend ter zake van door de Nederlandse strafrechter onherroepelijk opgelegde:

Dit lid preciseert dat gratie aangevraagd en toegekend kan worden voor straffen en maatregelen die door een Nederlandse strafrechter definitief (onherroepelijk) zijn opgelegd. Het betreft specifiek:

a. hoofdstraffen en bijkomende straffen;

Dit subonderdeel specificeert dat gratie mogelijk is voor zowel hoofdstraffen als bijkomende straffen die onherroepelijk zijn opgelegd.

b. maatregelen van onttrekking aan het verkeer, ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders en vrijheidsbeperking.

Dit subonderdeel voegt toe dat gratie ook kan worden verzocht en verleend voor de volgende onherroepelijk opgelegde maatregelen: onttrekking aan het verkeer, ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, terbeschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege, plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD), en vrijheidsbeperkende maatregelen.

2. Gratie kan voorts worden verzocht en verleend ter zake van:

Dit lid stelt dat gratie daarnaast (voorts) kan worden aangevraagd en toegekend in de volgende situaties:

a. een gevangenisstraf die door het Internationaal Strafhof is opgelegd wegens een misdrijf gericht tegen de rechtspleging van het Strafhof en waarvan de tenuitvoerlegging in Nederland geschiedt overeenkomstig artikel 67 of 68 van de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof;

Dit betreft een gevangenisstraf opgelegd door het Internationaal Strafhof. Deze straf moet zijn opgelegd voor een misdrijf tegen de rechtspleging van datzelfde Strafhof. De tenuitvoerlegging van deze straf moet in Nederland plaatsvinden conform artikel 67 of 68 van de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof.

b. een gevangenisstraf die krachtens een rechterlijke beslissing in een vreemde staat is opgelegd, en in Nederland ten uitvoer te leggen met toepassing van artikel 43 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen of na ongegrondverklaring van een bezwaarschrift ingediend krachtens artikel 35 van die wet;

Dit betreft een gevangenisstraf die door een rechterlijke beslissing in een ander land (vreemde staat) is opgelegd. Deze straf moet in Nederland worden uitgevoerd (ten uitvoer te leggen) volgens artikel 43 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen, of nadat een bezwaarschrift, ingediend op basis van artikel 35 van diezelfde wet, ongegrond is verklaard.

c. sancties opgelegd in een andere lidstaat van de Europese Unie en in Nederland ten uitvoer te leggen met toepassing van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.

Dit betreft sancties die zijn opgelegd in een andere lidstaat van de Europese Unie. Deze sancties moeten in Nederland worden uitgevoerd (ten uitvoer te leggen) op basis van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie, en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.

3. Geen gratie kan worden verleend van onvoorwaardelijke geldboeten tot en met een bedrag van € 340.

Dit lid stelt een uitzondering: gratie kan niet worden verleend voor onvoorwaardelijke geldboeten die een bedrag hebben tot en met € 340.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:89 - Strafverzwaring bij Wets: toetsmoment vervroegde invrijheidstelling en rol van gratie - 16 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:8916 januari 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Staat hoeft niet op een later moment dan de overnamebeslissing te toetsen of een veroordeelde in aanmerking komt voor eerdere voorwaardelijke invrijheidstelling. De veroordeelde heeft echter zelf toereikende rechtsmiddelen, zoals een nieuw verzoek of een gratieverzoek, om strafverzwaring te voorkomen.

StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Europees Strafrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:88 - Wets: Beoordelingsmoment vervroegde invrijheidstelling en de rol van gratie als vangnet - 16 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:8816 januari 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Staat mag de bevoegdheid voor een eerdere voorwaardelijke invrijheidstelling (art. 6:2:10 lid 4 Sv) beoordelen bij de erkenning van het vonnis. Een veroordeelde heeft daarna nog toereikende mogelijkheden, zoals een nieuw verzoek of een gratieverzoek, om strafverzwaring door de overdracht tegen te gaan.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Europees Strafrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:902 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2024

ECLI:NL:PHR:2024:9025 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:850 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2024

ECLI:NL:PHR:2024:85029 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak