Artikel 33c (Verbeurdverklaring, vergoeding, tegemoetkoming, onevenredigheid)
1. Bij de verbeurdverklaring van voorwerpen kan de rechter voor het geval waarin de verbeurd verklaarde voorwerpen meer zouden opbrengen dan een in de uitspraak vastgesteld bedrag, bevelen dat het verschil wordt vergoed.
2. De rechter kent een vergoeding, als bedoeld in het eerste lid, of een geldelijke tegemoetkoming toe wanneer dit nodig is om te voorkomen dat de verdachte, of een ander aan wie de verbeurd verklaarde voorwerpen toebehoren, onevenredig zou worden getroffen.
3. De rechter bepaalt aan wie het bedrag van de vergoeding of tegemoetkoming wordt uitbetaald; zulks laat ieders recht op dit bedrag onverlet.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bij de verbeurdverklaring van voorwerpen kan de rechter voor het geval waarin de verbeurd verklaarde voorwerpen meer zouden opbrengen dan een in de uitspraak vastgesteld bedrag, bevelen dat het verschil wordt vergoed.
Dit betekent letterlijk: Bij de verbeurdverklaring van voorwerpen kan de rechter, voor de situatie waarin de verbeurd verklaarde voorwerpen meer zouden opbrengen dan een in de uitspraak vastgesteld bedrag, bevelen dat het verschil wordt vergoed.
2. De rechter kent een vergoeding, als bedoeld in het eerste lid, of een geldelijke tegemoetkoming toe wanneer dit nodig is om te voorkomen dat de verdachte, of een ander aan wie de verbeurd verklaarde voorwerpen toebehoren, onevenredig zou worden getroffen.
Dit houdt in dat de rechter een vergoeding, zoals bedoeld in het eerste lid, of een geldelijke tegemoetkoming toekent wanneer dit nodig is om te voorkomen dat de verdachte, of een ander aan wie de verbeurd verklaarde voorwerpen toebehoren, onevenredig zou worden getroffen.
3. De rechter bepaalt aan wie het bedrag van de vergoeding of tegemoetkoming wordt uitbetaald; zulks laat ieders recht op dit bedrag onverlet.
Dit betekent dat de rechter bepaalt aan wie het bedrag van de vergoeding of tegemoetkoming wordt uitbetaald. Deze bepaling laat ieders recht op dit bedrag onverlet.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1156
ECLI:NL:HR:2014:3632
ECLI:NL:HR:2020:403 - Geldelijke tegemoetkoming bij douanebeslag ondanks parallel strafrechtelijk beslag
De omstandigheid dat op een voertuig naast een douanebeslag ook een strafvorderlijk beslag rust, staat niet in de weg aan de toekenning van een geldelijke tegemoetkoming. De rechter moet beoordelen of de eigenaar onevenredig wordt getroffen door het verval aan de Staat.
ECLI:NL:HR:2022:1311
ECLI:NL:HR:2020:404 - Samenloop Douanebeslag en Strafvorderlijk Beslag: Belang bij Klaagschrift Blijft Bestaan
Het bestaan van een strafvorderlijk beslag neemt niet het belang weg bij een klaagschrift tegen een gelijktijdig douanebeslag. De redenering dat het voorwerp dan niet aan de Staat vervalt onder de douanewet, en er dus geen belang is, berust op een onjuiste rechtsopvatting.