Artikel 255 (Opzettelijk verlaten hulpbehoevende door zorgplichtige)
Hij die opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens wet of overeenkomst verplicht is, in een hulpeloze toestand brengt of laat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Hij die opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens wet of overeenkomst verplicht is, in een hulpeloze toestand brengt of laat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit artikel stelt strafbaar de persoon die opzettelijk een ander, tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens wet of overeenkomst verplicht is, in een hulpeloze toestand brengt of laat. Deze persoon wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:982
ECLI:NL:HR:2016:862 - Vrijspraak disfunctionerende arts: grens tussen voorwaardelijk opzet en bewuste schuld
Hof sprak arts vrij van opzettelijke benadeling van patiënten, ondanks disfunctioneren. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand: het oordeel dat de arts de aanmerkelijke kans op schade niet bewust aanvaardde, is een feitelijke waardering die niet onbegrijpelijk is.
ECLI:NL:HR:2003:AF9666
ECLI:NL:HR:2022:1410
ECLI:NL:HR:2004:AN9177
ECLI:NL:HR:2019:1151 - Opzet bij niet ingrijpen: moeder veroordeeld voor hulpeloos laten kinderen
De Hoge Raad bevestigt dat een moeder die niet ingrijpt, terwijl zij weet dat haar pasgeboren kinderen ernstig worden mishandeld door de vader, 'opzettelijk' handelt in de zin van artikel 255 Sr. Het bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans op gevaar is voldoende voor voorwaardelijk opzet.
ECLI:NL:HR:2005:AS4744
ECLI:NL:HR:2019:490 - Inbeslaggenomen contant geld als 'stuk van overtuiging' bij rechtshulpverzoek
Ingevolge een rechtshulpverzoek kan inbeslaggenomen contant geld als 'stuk van overtuiging' worden overgedragen als het verzoek zelf een concrete link legt tussen het geld en de strafbare feiten, bijvoorbeeld op basis van afgeluisterde gesprekken, waardoor de aanwezigheid ervan kan bijdragen aan de waarheidsvinding.
ECLI:NL:HR:2019:493 - Rechtshulpverzoek België: Wanneer is inbeslaggenomen geld een stuk van overtuiging?
Inbeslaggenomen contant geld kan als 'stuk van overtuiging' worden overgedragen aan een verzoekende staat. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet onbegrijpelijk is, als het rechtshulpverzoek concrete informatie bevat die de aanwezigheid van het geld linkt aan het onderzochte strafbare feit.