Artikel 426a (Procesinleiding cassatieberoep verzoekprocedures)
1. Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij een procesinleiding, die wordt getekend door een advocaat bij de Hoge Raad en wordt ingediend op de wijze bedoeld in artikel 397.
2. De procesinleiding behelst de omschrijving van de middelen waarop het beroep in cassatie steunt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij een procesinleiding, die wordt getekend door een advocaat bij de Hoge Raad en wordt ingediend op de wijze bedoeld in artikel 397.
Dit betekent dat een beroep in cassatie wordt gestart door middel van een procesinleiding. Deze procesinleiding moet ondertekend zijn door een advocaat die bevoegd is om bij de Hoge Raad op te treden. De indiening van de procesinleiding dient te geschieden conform de procedure zoals vastgelegd in artikel 397.
2. De procesinleiding behelst de omschrijving van de middelen waarop het beroep in cassatie steunt.
Dit houdt in dat de procesinleiding een duidelijke beschrijving moet bevatten van de gronden, ook wel middelen genoemd, waarop het beroep in cassatie is gebaseerd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2009:BI0773 - Hoge Raad - 9 juli 2009
ECLI:NL:HR:1998:AD2977 - Hoge Raad - 17 december 1998
ECLI:NL:HR:2017:1066 - Draagplicht voor gezamenlijke schuld en de grenzen van de rechtsstrijd - 8 juni 2017
De Hoge Raad oordeelt dat afwijking van de hoofdregel van draagplicht bij helfte voor een gemeenschapsschuld slechts in uitzonderlijke, goed gemotiveerde omstandigheden mogelijk is. Tevens treedt een hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd als het een andere waarde hanteert dan partijen zijn overeengekomen.
ECLI:NL:HR:2013:BZ4115 - Inventiviteit Escitalopram: Stofoctrooi door inventieve werkwijze - 6 juni 2013
Een bekende stof kan toch inventief en dus octrooieerbaar zijn als op de prioriteitsdatum geen werkwijze bekend was om die stof te verkrijgen, en de geclaimde werkwijze voor het eerst op inventieve wijze die stof verschaft. De bewijslast rust op de partij die de nietigheid inroept.
ECLI:NL:HR:2005:AT0412 - Hoge Raad - 24 maart 2005
ECLI:NL:HR:2003:AF2161 - Hoge Raad - 17 april 2003
ECLI:NL:HR:2022:125 - Hoge Raad - 3 februari 2022
ECLI:NL:HR:2016:1389 - Verlies hoedanigheid advocaat bij Hoge Raad leidt tot schorsing geding - 4 juli 2016
Indien een advocaat tijdens een cassatieprocedure de hoedanigheid 'advocaat bij de Hoge Raad' verliest, wordt het geding van rechtswege geschorst op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 226 Rv. Dit beschermt de desbetreffende partij.