Artikel 156 (Definities akten, authentieke en onderhandse)
1. Akten zijn ondertekende geschriften, bestemd om tot bewijs te dienen.
2. Authentieke akten zijn akten in de vereiste vorm en bevoegdelijk opgemaakt door ambtenaren, aan wie bij of krachtens de wet is opgedragen op die wijze te doen blijken van door hen gedane waarnemingen of verrichtingen. Als authentieke akten worden tevens beschouwd de akten, waarvan het opmaken aan ambtenaren is voorbehouden, doch waarvan de wet het opmaken in bepaalde gevallen aan anderen dan ambtenaren opdraagt.
3. Onderhandse akten zijn alle akten die niet authentieke akten zijn.
Uitleg in duidelijke taal
1. Akten zijn ondertekende geschriften, bestemd om tot bewijs te dienen.
Dit lid definieert wat akten zijn. Het stelt dat akten geschriften zijn die ondertekend zijn en die bedoeld zijn om als bewijs te kunnen dienen.
2. Authentieke akten zijn akten in de vereiste vorm en bevoegdelijk opgemaakt door ambtenaren, aan wie bij of krachtens de wet is opgedragen op die wijze te doen blijken van door hen gedane waarnemingen of verrichtingen. Als authentieke akten worden tevens beschouwd de akten, waarvan het opmaken aan ambtenaren is voorbehouden, doch waarvan de wet het opmaken in bepaalde gevallen aan anderen dan ambtenaren opdraagt.
Dit lid definieert authentieke akten. Ten eerste zijn dit akten die in de vereiste vorm en bevoegdelijk zijn opgemaakt door ambtenaren. Aan deze ambtenaren is bij of krachtens de wet opgedragen om op die specifieke wijze te doen blijken van waarnemingen die zij hebben gedaan of verrichtingen die zij hebben uitgevoerd. Ten tweede worden als authentieke akten ook de akten beschouwd waarvan het opmaken normaal gesproken aan ambtenaren is voorbehouden, maar waarvan de wet het opmaken in bepaalde gevallen aan anderen dan ambtenaren opdraagt.
3. Onderhandse akten zijn alle akten die niet authentieke akten zijn.
Dit lid geeft een definitie van onderhandse akten. Het stelt dat alle akten die geen authentieke akten zijn, als onderhandse akten worden beschouwd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:641
ECLI:NL:HR:2019:572 - Stellige ontkenning handtekening onderhandse akte: bewijslast en recht op bewijslevering
Een stellige ontkenning van een handtekening onder een onderhandse akte (art. 159 lid 2 Rv) behoeft geen nadere onderbouwing en verlegt de bewijslast naar de partij die zich op de akte beroept. Een specifiek bewijsaanbod mag niet worden gepasseerd enkel omdat geen deskundigenbewijs is aangeboden.
ECLI:NL:HR:2017:3263 - Bewijskracht van een summiere, ondertekende akte in contractsonderhandelingen
Een ondertekende akte die te summier is voor dwingend bewijs van een koopovereenkomst, mag niet worden genegeerd. Het hof moet deze akte met vrije bewijskracht meewegen in de algehele bewijswaardering, naast andere bewijsmiddelen zoals getuigenverklaringen.
ECLI:NL:HR:2012:BV6698
ECLI:NL:HR:2016:2995 - Zelfstandig dragende grond en de grenzen van het geding na cassatie
Een oordeel van een hof is geen zelfstandig dragende grond als het hof vervolgens andere, afwijkende afspraken onderzoekt. Na cassatie is het verwijzingshof niet gebonden aan dit oordeel, ook als het niet in het eerste cassatieberoep is bestreden.