Bijlage III. Eisen met betrekking tot de lading, constructie en eigenschappen per categorie consumentenvuurwerk (artikel 9, eerste lid)
Bijlage III: Eisen met betrekking tot de lading, constructie en eigenschappen per categorie consumentenvuurwerk (artikel 9, eerste lid)
A. Zichzelf niet voortdrijvend vuurwerk dat na ontsteking door de reactie geheel of gedeeltelijk uiteen wordt gereten; A1. niet-gecompartimenteerd – lading: uitsluitend zwart buskruit tot een gewicht van ten hoogste 2,5 gram; A2. gecompartimenteerd, zoals snoeren, strengen of zevenklappers – lading: uitsluitend zwart buskruit tot een gewicht van ten hoogste 2500 gram mits elk compartiment niet meer bevat dan ten hoogste 0,5 gram. B. Zichzelf niet voortdrijvend vuurwerk dat na ontsteking door de reactie niet uiteen wordt gereten met een geleidelijke uitstoot van het effect op de grond tot een maximale hoogte van 5 meter; B1. niet-gecompartimenteerd vuurwerk zonder knal met een lading tot een gewicht van ten hoogste 100 gram; B2. gecompartimenteerd vuurwerk zonder knal met een lading tot een gewicht van ten hoogste 200 gram mits elk compartiment niet meer bevat dan ten hoogste 100 gram. C. Zichzelf niet voortdrijvend vuurwerk dat na ontsteking door de reactie niet uiteen wordt gereten; indien zich in het vuurwerk een bursteffect bevindt, dient dit pas boven een hoogte van 5 meter tot ontbranding te komen; C1. niet-gecompartimenteerd vuurwerk met niet meer dan een pyrotechnische unit zonder knal met een lading tot een gewicht van ten hoogste 50 gram; de totale lading van de burst mag maximaal 10 gram zwart buskruit bevatten of 4 gram andere nitraathoudende lading of 2 gram perchloraat/metaal; C2. gecompartimenteerd vuurwerk zonder knal met een lading tot een gezamenlijk gewicht van ten hoogste 500 gram en een lading per compartiment van ten hoogste 15 gram; de totale lading van de burst mag per compartiment maximaal 10 gram zwart buskruit bevatten of 4 gram andere nitraathoudende lading of 2 gram perchloraat/metaal; C3. niet-gecompartimenteerd vuurwerk zonder knal met twee of meer pyrotechnische units tot een gezamenlijk gewicht van ten hoogste 50 gram waarbij de lading per pyrotechnische unit niet meer bedraagt dan 10 gram; de totale lading van de bursteffecten mag maximaal 10 gram zwart buskruit bevatten of 4 gram andere nitraathoudende lading of 2 gram perchloraat/metaal; de constructie dient zodanig te zijn uitgevoerd dat het vuurwerk eenvoudig in de grond is te plaatsen. D. Zichzelf voortdrijvend, verticaal opstijgend vuurwerk; D1. met knal – lading voor knaleffect: uitsluitend zwart buskruit tot een gewicht van ten hoogste 2 gram; overige lading: zwart buskruit of een andere lading waarvan het gezamenlijk gewicht, met inbegrip van het gewicht van de lading voor het knaleffect, ten hoogste 5 gram mag bedragen; het vuurwerk moet een vast verbonden stok voor vluchtstabilisatie bezitten; D2. met bursteffect dat na de ontsteking door de reactie geheel of gedeeltelijk uiteen wordt gereten – lading: zwart buskruit of een andere lading tot een gezamenlijk gewicht van ten hoogste 40 gram; de totale lading van de burst mag maximaal 10 gram zwart buskruit bevatten of 4 gram andere nitraathoudende lading of 2 gram perchloraat/metaal; het vuurwerk moet een vast verbonden stok voor vluchtstabilisatie bezitten; D3. met een geluid- of lichteffect anders dan een burst of een knal – lading: zwart buskruit tot een gezamenlijk gewicht van ten hoogste 40 gram; het vuurwerk moet een vast verbonden stok voor vluchtstabilisatie bezitten. E. Zichzelf voortdrijvend, roterend vuurwerk; E1. dat niet opstijgt en na de ontsteking door de reactie geheel of gedeeltelijk uiteen wordt gereten – lading voor knaleffect: uitsluitend zwart buskruit tot een gewicht van ten hoogste 1 gram; overige lading: zwart buskruit of een andere lading waarvan het gezamenlijk gewicht, met inbegrip van het gewicht van de lading voor het knaleffect, ten hoogste 5 gram mag bedragen; E2. dat niet opstijgt en na de ontsteking door de reactie niet uiteen wordt gereten – lading: zwart buskruit of een andere lading, waarvan het gezamenlijk gewicht ten hoogste mag bedragen:
- indien het vuurwerk voor het goed functioneren moet worden vastgezet: 40 gram;
- indien het vuurwerk voor het goed functioneren niet moet worden vastgezet: 15 gram; E3. dat opstijgt en na de ontsteking door de reactie niet uiteen wordt gereten – lading: zwart buskruit of een andere lading tot een gezamenlijk gewicht van ten hoogste 5 gram. F. Zichzelf niet voortdrijvend vuurwerk dat na ontsteking door de reactie niet uiteen wordt gereten met een effect dat per pyrotechnische unit gelijktijdig geheel wordt uitgestoten en vanaf de grond tot een maximale hoogte van 10 meter reikt; F1. niet-gecompartimenteerd vuurwerk met niet meer dan een pyrotechnische unit zonder knal met een lading tot een gewicht van ten hoogste 50 gram; F2. gecompartimenteerd vuurwerk zonder knal met een lading tot een gewicht van ten hoogste 200 gram mits elke pyrotechnische unit niet meer lading bevat dan 15 gram. G. Vuurwerk bestaande uit door de fabrikant samengestelde combinaties van B1, C2, C3 of F2 zijn toegestaan mits ieder type afzonderlijk functioneert en voldoet aan de individuele eisen die gesteld zijn – lading: tot een gezamenlijk gewicht van ten hoogste 500 gram.
Details
[Regeling vervallen per 17-07-2010]