Terug naar bibliotheek
Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004Artikel 1

Artikel 1

Laatste versie

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. lont: onderdeel van het vuurwerk waardoor de gebruiker in staat wordt gesteld het vuurwerk tot ontbranding te brengen;

b. lading: samenstelling van de sas en de hoeveelheid sas in vuurwerk;

c. zwart buskruit: mengsel bestaande uit houtskool en natriumnitraat of kaliumnitraat met of zonder zwavel, met een maximale verontreiniging van 3%;

d. knal: het beoogde geluidseffect ten gevolge van een explosieve verbranding van zwart buskruit opgesloten in een afzonderlijk compartiment;

e. burst: het effect ten gevolge van een explosieve verbranding van een lading met als doel om effectladingen aan te steken en te verspreiden;

f. indoortheatervuurwerk: theatervuurwerk dat geschikt is voor de realisatie van pyrotechnische speciale effecten in besloten ruimten;

g. elektrische ontsteker: een voorwerp waarmee, middels een gespecificeerde minimale hoeveelheid elektrische energie, een stof of voorwerp tot ontbranding of ontsteking gebracht wordt;

h. sterren: delen of onderdelen van pyrotechnische voorwerpen in vaste vorm (bol, cilinder, korrel) die bij verbranding een lichtspoor of een spoor van vonken veroorzaken;

i. vonken: hete deeltjes die een kortstondig lichteffect veroorzaken;

j. scherven: delen of onderdelen van de constructieve elementen van pyrotechnische stoffen en voorwerpen, die een (onbedoeld) gevaar voor personen kunnen opleveren in de vorm van verwonding of ander letsel;

k. scherfwerking: een eigenschap van stoffen, voorwerpen of producten om scherven te veroorzaken;

l. bijlage: bij deze regeling behorende bijlage;

m. pyrotechnische unit: afzonderlijke eenheid die een pyrotechnisch effect teweegbrengt;

n. compartiment: afgesloten deel van vuurwerk dat een of meer pyrotechnische units bevat.

Details

[Regeling vervallen per 17-07-2010]