Bijlage VIII. behorende bij artikel 3.11, tweede lid, van de Regeling Bouwbesluit 2012
Bijlage VIII: behorende bij artikel 3.11, tweede lid, van de Regeling Bouwbesluit 2012
a. Meetgrootheid en meetduurIn afwijking van paragraaf 2.2 van de Handleiding Meten en Reken Industrielawaai wordt het equivalente A gewogen immissieniveau Li gemeten voor een bedrijfstoestand i, zoals genoemd bij b, over een meetperiode van minimaal 1 minuut.
b.
– LBi< 17,5 een tonaliteitscorrectie van 0 dB; – 17,5 ≤ LBi < 25 een tonaliteitscorrectie van 3 dB; – LBi >= 25 een tonaliteitscorrectie van 6 dB.
Indien beide bepalingsmethoden worden toegepast, dan geldt de laagst bepaalde tonaliteitscorrectie. e. Plaats waar gemeten wordt op de perceelgrens met een perceel voor een andere woonfunctie (artikel 3.8, tweede lid, van het besluit).
1. De installatie staat op het maaiveldDe plaats waar gemeten wordt op de perceelgrens heeft een verticale en een horizontale positie die als volgt worden bepaald:
• de verticale positie (hoogte) is 1,5 meter boven het maaiveld; en • de horizontale positie waar het hoogste invallende geluidsniveau optreedt.
In afwijking van de bovengenoemde verticale positie (hoogte) wordt bij een gemeenschappelijke, geheel gesloten erfafscheiding met een massa van ten minste 10 kg/m2 en hoogte van ten minste 1,8 meter, gemeten op 0,5 meter boven deze erfafscheiding. Het gemeten geluidsniveau wordt daarbij gecorrigeerd met -5 dB in de volgende gevallen:
○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van het midden van te openen ramen of deuren van verblijfsgebieden van de andere woonfunctie; of ○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van de mogelijke gevels of daken van de andere woonfunctie.
2. De installatie staat op een vloer van een buitenruimte, op een dak of hangt aan een gevelDe plaats waar gemeten wordt op de perceelgrens heeft een verticale en een horizontale positie die als volgt worden bepaald:
• de verticale positie (hoogte) is 1,5 meter boven de onderkant van de installatie; en • de horizontale positie waar het hoogste invallende geluidsniveau optreedt.
In afwijking van de bovengenoemde verticale positie (hoogte) kan worden uitgegaan van een verticale positie van 1,5 meter boven het maaiveld in de volgende gevallen:
○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een invallend geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van:
• 1,5 meter boven het maaiveld; en • het midden van te openen ramen of deuren van verblijfsgebieden van de andere woonfunctie; of
○ als op het naastgelegen perceel voor een andere woonfunctie nergens een invallend geluidsniveau optreedt groter dan 40 dB ter plaatse van:
• 1,5 meter boven het maaiveld; en • de mogelijke gevels of daken van de andere woonfunctie.
f. *Plaats waar gemeten wordt bij een te openen raam of deur (artikel 3.9, derde lid, van het besluit).*Er wordt gemeten bij het te openen raam of de deur van een aangrenzende woning op hetzelfde perceel waar het hoogste geluidsniveau optreedt. Bij het raam of de deur wordt daarbij op twee plaatsen gemeten op de verticale middellijn van het raam of de deur: één op een hoogte van een kwart en één op een hoogte van driekwart van het raam of de deur. Er wordt gemeten op een afstand van maximaal 2 cm van het raam of de deur. De beide meetwaarden worden energetisch gemiddeld. De gemeten waarde wordt gecorrigeerd met -5 db vanwege de reflectie tegen de achterliggende constructie. De correctie geldt niet bij een raam of deur die grenst aan een buitenruimte.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]