Artikel 20 (Omvang faillissementsboedel)
Het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft.
Uitleg in duidelijke taal
Het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft.
Dit artikel betekent letterlijk dat het faillissement het gehele vermogen van de schuldenaar omvat dat aanwezig is op het tijdstip van de faillietverklaring. Het omvat alsmede (ook) hetgeen (dat wat) de schuldenaar gedurende het faillissement verwerft (verkrijgt).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2002:AE8474
ECLI:NL:HR:1997:ZC2419
ECLI:NL:HR:2021:351 - Faillissement na WSNP-beëindiging treedt niet van rechtswege in, rechterlijke uitspraak vereist
Een faillissement na beëindiging van de schuldsaneringsregeling (art. 350 lid 5 Fw) treedt niet van rechtswege in. Vanwege de ingrijpende gevolgen is hiervoor altijd een rechterlijke uitspraak vereist die het faillissement expliciet vaststelt en uitspreekt.
ECLI:NL:HR:2014:3464
ECLI:NL:HR:2012:BX5884
ECLI:NL:HR:2004:AP4504
ECLI:NL:HR:2013:BY9087
ECLI:NL:HR:2001:AD5362
ECLI:NL:HR:1942:94
ECLI:NL:HR:2022:80 - Betaling uit roodstand na faillissement: geen onverschuldigde betaling aan de boedel
Een na faillissement gedane betaling vanaf een bankrekening met een debetsaldo kan door de curator niet als onverschuldigd worden teruggevorderd. Een dergelijke betaling leidt niet tot een vermindering van het boedelactief of een vermeerdering van het boedelpassief en is dus geen schending van het fixatiebeginsel.