Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Tweede afdeling. Van de gevolgen der faillietverklaring
Artikel 29

Artikel 29 (Schorsing aanhangige rechtsvorderingen faillissement)

Laatste versie

Voorzover tijdens de faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, wordt het geding na de faillietverklaring geschorst, om alleen dan voortgezet te worden, indien de verificatie der vordering betwist wordt. In dit geval wordt hij, die de betwisting doet, in de plaats van de gefailleerde, partij in het geding.

Uitleg in duidelijke taal

Voorzover tijdens de faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, wordt het geding na de faillietverklaring geschorst, om alleen dan voortgezet te worden, indien de verificatie der vordering betwist wordt. In dit geval wordt hij, die de betwisting doet, in de plaats van de gefailleerde, partij in het geding.

Dit artikel bepaalt dat als er rechtsvorderingen lopen (aanhangig zijn) op het moment van de faillietverklaring, en deze rechtsvorderingen als doel hebben om voldoening ener verbintenis uit de boedel te verkrijgen, de procedure (het geding) na de faillietverklaring geschorst wordt. Het geding wordt alleen dan voortgezet, indien de verificatie der vordering betwist wordt. In dat geval wordt de persoon die de betwisting doet, in plaats van de gefailleerde, partij in het geding.