Artikel 683 (Hoger beroep cassatie einde arbeidsovereenkomst)
1. Indien tegen een beschikking tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in de artikelen 671b en 671c, of tot vernietiging van de opzegging als bedoeld in de artikelen 677, lid 4, en 681 of tot herstel van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 682, hoger beroep of beroep in cassatie wordt ingesteld, schorst dit de tenuitvoerlegging van de beschikking niet.
2. Hoger beroep en beroep in cassatie tegen een op verzoek van de werknemer toegewezen ontbinding kunnen uitsluitend betrekking hebben op de vergoeding, bedoeld in artikel 671c, lid 2 of lid 3.
3. Indien de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie oordeelt dat het verzoek van de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is toegewezen of dat het verzoek van de werknemer om vernietiging van de opzegging of om herstel van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is afgewezen, kan hij de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen of aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen.
4. Indien de rechter een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst uitspreekt als bedoeld in lid 3, is artikel 682, lid 6, van overeenkomstige toepassing.
5. Indien de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie oordeelt dat het verzoek van de werkgever of de werknemer om ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is afgewezen, bepaalt hij op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst eindigt. De artikelen 671b en 671c zijn ten aanzien van de toekenning van een vergoeding van overeenkomstige toepassing.
6. Indien de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie oordeelt dat het verzoek van de werknemer om vernietiging van de opzegging of om herstel van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is toegewezen, bepaalt hij op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst eindigt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien tegen een beschikking tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in de artikelen 671b en 671c, of tot vernietiging van de opzegging als bedoeld in de artikelen 677, lid 4, en 681 of tot herstel van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 682, hoger beroep of beroep in cassatie wordt ingesteld, schorst dit de tenuitvoerlegging van de beschikking niet.
Dit betekent dat indien hoger beroep of beroep in cassatie wordt ingesteld tegen een beschikking tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst (zoals bedoeld in de artikelen 671b en 671c), of tegen een beschikking tot vernietiging van de opzegging (zoals bedoeld in de artikelen 677, lid 4, en 681), of tegen een beschikking tot herstel van de arbeidsovereenkomst (zoals bedoeld in artikel 682), dit de tenuitvoerlegging van de betreffende beschikking niet opschort.
2. Hoger beroep en beroep in cassatie tegen een op verzoek van de werknemer toegewezen ontbinding kunnen uitsluitend betrekking hebben op de vergoeding, bedoeld in artikel 671c, lid 2 of lid 3.
Dit houdt in dat hoger beroep en beroep in cassatie tegen een ontbinding van de arbeidsovereenkomst die op verzoek van de werknemer is toegewezen, enkel mogen gaan over de vergoeding zoals genoemd in artikel 671c, lid 2 of lid 3.
3. Indien de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie oordeelt dat het verzoek van de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is toegewezen of dat het verzoek van de werknemer om vernietiging van de opzegging of om herstel van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is afgewezen, kan hij de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen of aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen.
Dit betekent dat als de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie beslist dat het verzoek van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te ontbinden ten onrechte is toegewezen, of dat het verzoek van de werknemer om de opzegging te vernietigen of de arbeidsovereenkomst te herstellen ten onrechte is afgewezen, de rechter de werkgever kan veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen of om aan de werknemer een billijke vergoeding toe te kennen.
4. Indien de rechter een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst uitspreekt als bedoeld in lid 3, is artikel 682, lid 6, van overeenkomstige toepassing.
Dit specificeert dat indien de rechter een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst uitspreekt zoals bedoeld in lid 3, artikel 682, lid 6, van overeenkomstige toepassing is (dus op een vergelijkbare manier geldt).
5. Indien de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie oordeelt dat het verzoek van de werkgever of de werknemer om ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is afgewezen, bepaalt hij op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst eindigt. De artikelen 671b en 671c zijn ten aanzien van de toekenning van een vergoeding van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent dat als de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie oordeelt dat een verzoek van de werkgever of de werknemer om de arbeidsovereenkomst te ontbinden ten onrechte is afgewezen, de rechter zal bepalen op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst eindigt. De artikelen 671b en 671c zijn hierbij van overeenkomstige toepassing wat betreft de toekenning van een vergoeding.
6. Indien de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie oordeelt dat het verzoek van de werknemer om vernietiging van de opzegging of om herstel van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is toegewezen, bepaalt hij op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst eindigt.
Dit houdt in dat indien de rechter in hoger beroep of na verwijzing in cassatie beslist dat het verzoek van de werknemer om vernietiging van de opzegging of om herstel van de arbeidsovereenkomst ten onrechte is toegewezen, de rechter zal bepalen op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst eindigt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2008:BD1494
ECLI:NL:HR:2018:2218 - Billijke vergoeding: gevolgen van ontslag meewegen bij ernstige verwijtbaarheid werkgever
Indien een ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever, moeten de gevolgen van het ontslag voor de werknemer kenbaar worden meegewogen bij het bepalen van de billijke vergoeding. Dit omvat ook de verwachte duur van de arbeidsovereenkomst.
ECLI:NL:HR:2018:182 - Ontslag wegens disfunctioneren: beoordelingsruimte werkgever en bewijs onder de Wwz
De werkgever heeft beoordelingsruimte bij de vraag of een werknemer disfunctioneert, maar moet de onderliggende feiten bij betwisting bewijzen. De appelrechter die een ontbinding alsnog toewijst, is vrij in het bepalen van een toekomstige einddatum en niet gebonden aan de opzegtermijn.
ECLI:NL:HR:2018:857 - Art. 7:683 BW: Billijke vergoeding na onterechte ontbinding is geen automatisme
Indien een hof oordeelt dat een ontbinding onterecht was maar herstel niet toewijst, is het niet verplicht een billijke vergoeding ex art. 7:683 lid 3 BW toe te kennen. De rechter heeft de discretionaire bevoegdheid om, na afweging van de omstandigheden, geen vergoeding toe te kennen.
ECLI:NL:HR:2016:2998 - De voorwaardelijke ontbinding na ontslag op staande voet onder de WWZ
De Hoge Raad oordeelt dat een werkgever na een ontslag op staande voet nog steeds een voorwaardelijk ontbindingsverzoek kan indienen. De voorwaarde mag echter alleen zien op de vernietiging van het ontslag in dezelfde instantie, niet op een eventuele vernietiging in hoger beroep.
ECLI:NL:HR:2005:AS2030
ECLI:NL:HR:2020:955 - Hoge Raad: Motivering billijke vergoeding vereist inzichtelijke weging van omstandigheden
Een rechter moet inzichtelijk motiveren hoe de hoogte van een billijke vergoeding tot stand is gekomen. Het enkel opsommen van meegewogen omstandigheden is onvoldoende, zeker als de toegekende vergoeding aanzienlijk afwijkt van de berekende loon- en pensioenschade van de werknemer.
ECLI:NL:HR:2020:284 - Hoge Raad: Beoordeling ontslag ex tunc, maar de gevolgen ex nunc
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtmatigheid van een door de kantonrechter toegewezen ontbinding in hoger beroep 'ex tunc' moet worden beoordeeld. De keuze voor herstel of een billijke vergoeding en de beoordeling van de transitievergoeding moeten echter 'ex nunc' plaatsvinden.
ECLI:NL:HR:2022:63 - Onterechte kwijtingseis bij Xella en cumulatieve weging gedrag werkgever
Bij de beoordeling van ernstig verwijtbaar handelen moeten alle omstandigheden cumulatief worden gewogen. Een werkgever handelt in strijd met goed werkgeverschap door finale kwijting te eisen als voorwaarde voor medewerking aan beëindiging van een slapend dienstverband (Xella-situatie).
ECLI:NL:HR:2020:283 - Hoge Raad: Geen gedeeltelijke ontbinding, wel ex nunc toetsing in hoger beroep
De Hoge Raad oordeelt dat een arbeidsovereenkomst niet gedeeltelijk kan worden ontbonden op grond van art. 7:671b BW. Wel zijn er andere wijzen van gedeeltelijke beëindiging. Bij hoger beroep tegen een afgewezen ontbindingsverzoek moet de rechter oordelen naar de actuele situatie (ex nunc).