Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 7. Opschortingsrechten
Artikel 52

Artikel 52 (Opschortingsrecht schuldenaar voldoende samenhang)

Laatste versie

1. Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen.

2. Een zodanige samenhang kan onder meer worden aangenomen ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen.

Dit lid betekent dat een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, de bevoegdheid bezit om de nakoming van zijn eigen verbintenis op te schorten. Deze opschorting mag duren totdat voldoening van zijn vordering door de schuldeiser plaatsvindt. Een cruciale voorwaarde hiervoor is dat er tussen de vordering van de schuldenaar en zijn verbintenis voldoende samenhang bestaat die een dergelijke opschorting rechtvaardigt.

2. Een zodanige samenhang kan onder meer worden aangenomen ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan.

Dit lid specificeert dat zodanige samenhang (zoals bedoeld in lid 1) onder meer kan worden aangenomen (verondersteld) wanneer de verbintenissen over en weer (dus de verplichtingen van beide partijen jegens elkaar) voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding (bijvoorbeeld dezelfde overeenkomst). Ook kan deze samenhang worden aangenomen als de verbintenissen voortvloeien uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan (bijvoorbeeld een bestendige handelsrelatie).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU4907 - Opschorting bij samenhangende overeenkomsten en de rol van een geschillenregeling - 2 februari 2012

ECLI:NL:HR:2012:BU49072 februari 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een nauwe samenhang tussen een koopovereenkomst en een geldleningsovereenkomst kan opschorting van de rentebetaling rechtvaardigen bij een (gestelde) wanprestatie onder de koopovereenkomst. Een contractueel voorgeschreven geschillenprocedure, zoals arbitrage, staat niet in de weg aan het bestaan van een opeisbare tegenvordering voor die opschorting.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:723 - Zieke werknemer mag re-integratie opschorten bij niet-betaling van loon - 16 april 2020

ECLI:NL:HR:2020:72316 april 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een zieke werknemer zijn re-integratieverplichtingen mag opschorten als de werkgever het loon niet betaalt. De loondoorbetalingsplicht van de werkgever en de re-integratieverplichting van de werknemer zijn tegenover elkaar staande verplichtingen in de zin van art. 6:262 lid 1 BW.

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:970 - Retentierecht, ouder recht en de fatale gevolgen van een onvoldoende kenbare grief - 22 juni 2023

ECLI:NL:HR:2023:97022 juni 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een grief moet voldoende kenbaar zijn voor de wederpartij en de rechter. De Hoge Raad oordeelt dat het hof buiten de rechtsstrijd is getreden. Ten overvloede wordt overwogen dat de rechtsopvolger van een derde met een ouder recht diens sterke positie jegens de retentor behoudt.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2023:1204 - Parket bij de Hoge Raad - 21 december 2023

ECLI:NL:PHR:2023:120421 december 2023Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE0659 - Hoge Raad - 13 juni 2002

ECLI:NL:HR:2002:AE065913 juni 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:459 - Aannemer draagt bewijslast voor goedkeuring tekeningen bij ondeugdelijk werk - 16 maart 2017

ECLI:NL:HR:2017:45916 maart 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een aannemer die zich verweert tegen een claim van wanprestatie met de stelling dat de (gebrekkige) tekeningen door de opdrachtgever zijn goedgekeurd, beroept zich op een bevrijdend verweer. De bewijslast voor deze goedkeuring rust daarom op de aannemer.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BG8788 - Hoge Raad - 19 maart 2009

ECLI:NL:HR:2009:BG878819 maart 2009Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht, Bouwrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:5456 - Rechtbank Den Haag - 16 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:545616 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:183 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 8 januari 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:1838 januari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2023:1196 - Parket bij de Hoge Raad - 21 december 2023

ECLI:NL:PHR:2023:119621 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak