Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 610a

Artikel 610a (Rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst)

Laatste versie

Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst.

Dit artikel stelt dat de persoon ("hij die") die arbeid verricht ten behoeve van een ander en daarvoor van die ander een beloning ontvangt, en deze arbeid verricht gedurende drie opeenvolgende maanden, hetzij wekelijks, hetzij gedurende ten minste twintig uren per maand, vermoed wordt deze arbeid te verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

6 uitspraken gevonden
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:4659 - Kwalificatie overeenkomst tennisscheidsrechter: geen arbeidsovereenkomst maar vrijwilligerswerk - 3 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:46593 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat de relatie tussen de KNLTB en een tennisscheidsrechter geen arbeidsovereenkomst is. Het rechtsvermoeden van artikel 7:610a BW is niet van toepassing omdat alleen rechtstreeks betaalde werkzaamheden meetellen. Ondanks de aanwezigheid van loon ontbreekt een gezagsverhouding, mede door de vrijheid in beschikbaarheid.

Civiel RechtArbeidsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17702 - Rechtbank Den Haag - 24 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1770224 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht
BelastingrechtLoonbelasting
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:4806 - Rechtbank Amsterdam - 23 juni 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:480623 juni 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5911 - Erfopvolging en werkgeverschap: formele verkrijging prevaleert boven feitelijke invulling - 4 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:59114 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt in kort geding dat de erfgenaam, door rechtsopvolging onder algemene titel, de werkgever is geworden. Het rechtsvermoeden van werkgeverschap (artikel 7:610a BW) op basis van feitelijke invulling door een ander is hiermee voldoende weerlegd. De erfgenaam is daarom gehouden tot loondoorbetaling.

Civiel RechtArbeidsrecht, Erfrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5912 - Erfopvolging bepaalt werkgeverschap ondanks feitelijke uitoefening door ander - 4 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:59124 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat de erfgenaam door erfopvolging onder algemene titel werkgever wordt van het personeel van een eenmanszaak. Het rechtsvermoeden van werkgeverschap (artikel 7:610 BW) door een ander die feitelijk de werkgeversrol vervulde, wordt hierdoor succesvol weerlegd. De erfgenaam is dus verplicht tot loonbetaling.

Civiel RechtArbeidsrecht, Erfrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5230 - Kwalificatie arbeidsovereenkomst: feitelijke uitvoering weegt zwaarder dan ZZP-constructie - 1 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:52301 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Rechtbank Gelderland oordeelt dat een langdurige samenwerking, ondanks facturatie als zzp'er, een arbeidsovereenkomst is. De feitelijke inbedding in de organisatie, het ontbreken van ondernemersrisico en de structurele aard van het werk zijn doorslaggevend. De opzegging wordt vernietigd, maar het loon wordt vastgesteld op basis van de toepasselijke cao.

Civiel RechtArbeidsrecht