Artikel 192 (Gedragingen en termijnen voor aanvaarding nalatenschap)
1. Een erfgenaam aanvaardt de nalatenschap zuiver wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt doordat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. De eerste volzin is niet van toepassing indien de erfgenaam zijn keuze reeds eerder heeft gedaan.
2. Indien een erfgenaam zijn keuze nog niet heeft gedaan, kan de kantonrechter hem daarvoor op verzoek van een belanghebbende een termijn stellen, die ingaat op de dag nadat de belanghebbende deze beschikking aan de erfgenaam heeft doen betekenen en de beschikking onder vermelding van de gedane betekening heeft doen inschrijven in het boedelregister. De kantonrechter kan op verzoek van de erfgenaam de termijn voor de afloop daarvan een of meer malen verlengen; de verlenging wordt in het boedelregister ingeschreven.
3. Laat de erfgenaam de termijn verlopen zonder inmiddels een keuze te hebben gedaan, dan wordt hij geacht de nalatenschap zuiver te aanvaarden.
4. Een erfgenaam die nog geen keuze heeft gedaan, wordt geacht beneficiair te aanvaarden, wanneer een of meer zijner mede-erfgenamen door een verklaring beneficiair aanvaarden, tenzij hij alsnog de nalatenschap zuiver aanvaardt of verwerpt binnen drie maanden nadat hij van die beneficiaire aanvaarding kennis heeft gekregen of, indien voor hem op het tijdstip van die beneficiaire aanvaarding een overeenkomstig het tweede lid gestelde of verlengde termijn liep, binnen die termijn. De zuivere aanvaarding kan slechts geschieden op de wijze als bepaald in het eerste lid van het vorige artikel.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een erfgenaam aanvaardt de nalatenschap zuiver wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt doordat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. De eerste volzin is niet van toepassing indien de erfgenaam zijn keuze reeds eerder heeft gedaan.
Dit lid stelt dat een erfgenaam de nalatenschap zuiver aanvaardt indien hij zich door zijn gedragingen ondubbelzinnig en zonder voorbehoud manifesteert als een erfgenaam die de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. Dit is het geval wanneer hij overeenkomsten aangaat die gericht zijn op de vervreemding (verkoop) of bezwaring (belasten met bijvoorbeeld een hypotheek) van goederen die tot de nalatenschap behoren, of wanneer hij deze goederen op een andere manier buiten het bereik van schuldeisers brengt die daarop verhaal willen zoeken. De regel in de eerste volzin is niet van toepassing als de erfgenaam zijn keuze met betrekking tot de aanvaarding van de nalatenschap al op een eerder moment heeft gemaakt.
2. Indien een erfgenaam zijn keuze nog niet heeft gedaan, kan de kantonrechter hem daarvoor op verzoek van een belanghebbende een termijn stellen, die ingaat op de dag nadat de belanghebbende deze beschikking aan de erfgenaam heeft doen betekenen en de beschikking onder vermelding van de gedane betekening heeft doen inschrijven in het boedelregister. De kantonrechter kan op verzoek van de erfgenaam de termijn voor de afloop daarvan een of meer malen verlengen; de verlenging wordt in het boedelregister ingeschreven.
Dit lid bepaalt dat, wanneer een erfgenaam nog geen keuze heeft gemaakt over het aanvaarden of verwerpen van de nalatenschap, de kantonrechter hem hiervoor een termijn kan stellen. Dit gebeurt op verzoek van een belanghebbende, zoals een schuldeiser. Deze termijn start op de dag nadat de belanghebbende de beschikking van de kantonrechter officieel aan de erfgenaam heeft laten overhandigen (betekenen) én deze beschikking, met de vermelding van de betekening, heeft laten inschrijven in het boedelregister. Op verzoek van de erfgenaam kan de kantonrechter de gestelde termijn, voordat deze afloopt, een of meerdere keren verlengen. Een dergelijke verlenging moet eveneens in het boedelregister worden ingeschreven.
3. Laat de erfgenaam de termijn verlopen zonder inmiddels een keuze te hebben gedaan, dan wordt hij geacht de nalatenschap zuiver te aanvaarden.
Dit lid stelt dat als de erfgenaam de door de kantonrechter gestelde termijn laat verstrijken zonder in die periode een keuze te hebben gemaakt (aanvaarden of verwerpen), hij van rechtswege wordt beschouwd (geacht) de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard.
4. Een erfgenaam die nog geen keuze heeft gedaan, wordt geacht beneficiair te aanvaarden, wanneer een of meer zijner mede-erfgenamen door een verklaring beneficiair aanvaarden, tenzij hij alsnog de nalatenschap zuiver aanvaardt of verwerpt binnen drie maanden nadat hij van die beneficiaire aanvaarding kennis heeft gekregen of, indien voor hem op het tijdstip van die beneficiaire aanvaarding een overeenkomstig het tweede lid gestelde of verlengde termijn liep, binnen die termijn. De zuivere aanvaarding kan slechts geschieden op de wijze als bepaald in het eerste lid van het vorige artikel.
Dit lid regelt dat een erfgenaam die zijn keuze nog niet heeft gemaakt, geacht wordt de nalatenschap beneficiair te aanvaarden op het moment dat een of meer van zijn mede-erfgenamen door middel van een verklaring beneficiair aanvaarden. Deze regel geldt echter niet (tenzij) als de betreffende erfgenaam alsnog zelf de nalatenschap zuiver aanvaardt of verwerpt. Deze keuze moet hij dan maken binnen drie maanden nadat hij kennis heeft gekregen van de beneficiaire aanvaarding door de mede-erfgenaam. Een uitzondering hierop is als er voor deze erfgenaam, op het tijdstip van de beneficiaire aanvaarding door de mede-erfgenaam, al een termijn liep die door de kantonrechter was gesteld of verlengd (zoals bedoeld in het tweede lid); in dat geval moet hij zijn keuze binnen die reeds lopende termijn maken. De zuivere aanvaarding door de erfgenaam kan in deze situatie slechts plaatsvinden op de wijze zoals beschreven in het eerste lid van artikel 191 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.