ECLI:NL:RBZWB:2025:5575 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 15 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer / rekestnummer: 11755994 \ OV VERZ 25-2312
Beschikking van 15 augustus 2025 op een verzoek ex artikel 4:193 lid 1 BW
ingediend door:
[bewindvoerder], te [plaats] , in haar hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van [rechthebbende] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1946 (hierna: de rechthebbende), hierna: de bewindvoerder,
in de nalatenschap van:
[erflater], overleden te [plaats] op [datum] 2025, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 1939, nader te noemen erflater.
1 Het verzoek en de beoordeling
1.1. Ter griffie van deze rechtbank werd op 13 juni 2025 een verzoekschrift ontvangen. Het verzoek strekt ertoe de termijn als bedoeld in art. 4:193 lid 1 BW te verlengen.
1.2. Uit het verzoekschrift volgt dat de rechthebbende tot de nalatenschap van erflater is geroepen, maar dat er op dit moment onvoldoende informatie is om een verantwoorde keuze te kunnen maken aangaande het (beneficiair) aanvaarden dan wel het verwerpen van de nalatenschap. Om meer duidelijkheid te verkrijgen over de inhoud van de nalatenschap, wordt verzocht voornoemde termijn met drie maanden te verlengen.
1.3. Op grond van artikel 4:193 lid 1 BW heeft een wettelijk vertegenwoordiger van een erfgenaam aan wie een nalatenschap (of een aandeel daarin) toekomt slechts een beperkte keuzemogelijkheid. De wettelijk vertegenwoordiger kan namens de vertegenwoordigde niet zuiver aanvaarden en behoeft voor verwerping een machtiging van de kantonrechter.
1.4. Ingevolge artikel 4:193 lid 1 BW is de wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam in beginsel verplicht een verklaring van beneficiaire aanvaarding of verwerping af te leggen binnen drie maanden nadat de nalatenschap de erfgenaam is toegekomen. In dit geval is de nalatenschap aan de rechthebbende toegekomen op het moment dat erflater overleed op [datum] 2025. Dit brengt met zich dat namens de rechthebbende uiterlijk op 12 juni 2025 een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping moest worden afgelegd.
1.5. Een door de kantonrechter gestelde termijn voor het maken van een keuze tot (beneficiaire) aanvaarding of verwerping van een nalatenschap kan, op verzoek van de erfgenaam, voor afloop daarvan een of meerdere malen worden verlengd. Gelet op het onderlinge verband tussen artikel 4:193 BW en artikel 4:192 lid 2 BW, kan de termijn van drie maanden zoals opgenomen in artikel 4:193 BW voor de afloop daarvan eveneens een of meer malen worden verlengd op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger van een erfgenaam. In dit geval heeft de bewindvoerder het verzoek tot verlenging van de termijn ingediend op 13 juni 2025, dus na het verstrijken van de termijn van drie maanden.
1.6. Bij brief van 17 juli 2025 is aan de bewindvoerder medegedeeld dat de kantonrechter daarom voornemens is het verzoek af te wijzen. De bewindvoerder heeft op 23 juli 2025 gereageerd op dit voornemen en aangegeven dat de verlenging tijdig, op 12 juni 2025, is aangevraagd. Zoals uit 1.1. volgt is dit niet het geval, omdat het verzoekschrift eerst op 13 juni 2025 ter griffie is ontvangen. Dit is na het verstrijken van de termijn. De bewindvoerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunten toe te lichten ter gelegenheid van een mondelinge behandeling.
1.7. Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek zal worden afgewezen. Dit brengt met zich, dat de nalatenschap ingevolge artikel 4:193 lid 2 BW geldt als beneficiair aanvaard. In beginsel leidt deze beneficiaire aanvaarding tot de verplichting voor de erfgenamen om de nalatenschap te vereffenen volgens de wet en treedt de bewindvoerder daarbij namens de rechthebbende/erfgenaam op als vereffenaar. Voor de taken van de vereffenaar wordt verwezen naar hetgeen is bepaald in boek 4, titel 6, afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek en de ‘Richtlijnen Vereffening nalatenschappen’ die op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd.
2 De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Lende - Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2025.