Artikel 274 (Verklaring en doorhaling vervallen hypotheek)
1. Wanneer een hypotheek is tenietgegaan, is de schuldeiser verplicht aan de rechthebbende op het bezwaarde goed op diens verzoek en op diens kosten bij authentieke akte een verklaring af te geven, dat de hypotheek is vervallen. Is de vordering waarvoor de hypotheek tot zekerheid strekte met een beperkt recht bezwaard, dan rust een overeenkomstige verplichting op de beperkt gerechtigde.
2. Deze verklaringen kunnen in de registers worden ingeschreven. Zij machtigen dan tezamen de bewaarder tot doorhaling.
3. Worden de vereiste verklaringen niet afgegeven, dan is artikel 29 van overeenkomstige toepassing.
4. Is de hypotheek door vermenging tenietgegaan, dan wordt de bewaarder tot doorhaling gemachtigd door een daartoe strekkende verklaring, afgelegd bij authentieke akte door hem aan wie het goed toebehoort, tenzij op de vordering een beperkt recht rust.
Uitleg in duidelijke taal
1. Wanneer een hypotheek is tenietgegaan, is de schuldeiser verplicht aan de rechthebbende op het bezwaarde goed op diens verzoek en op diens kosten bij authentieke akte een verklaring af te geven, dat de hypotheek is vervallen. Is de vordering waarvoor de hypotheek tot zekerheid strekte met een beperkt recht bezwaard, dan rust een overeenkomstige verplichting op de beperkt gerechtigde.
2. Deze verklaringen kunnen in de registers worden ingeschreven. Zij machtigen dan tezamen de bewaarder tot doorhaling.
Dit lid betekent letterlijk: deze eerdergenoemde verklaringen kunnen in de openbare registers worden ingeschreven. Als ze zijn ingeschreven, machtigen deze verklaringen gezamenlijk (tezamen) de bewaarder van de registers om de hypotheek door te halen.
3. Worden de vereiste verklaringen niet afgegeven, dan is artikel 29 van overeenkomstige toepassing.
Dit lid betekent letterlijk: indien de vereiste verklaringen niet worden afgegeven, dan is artikel 29 op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) van toepassing.
4. Is de hypotheek door vermenging tenietgegaan, dan wordt de bewaarder tot doorhaling gemachtigd door een daartoe strekkende verklaring, afgelegd bij authentieke akte door hem aan wie het goed toebehoort, tenzij op de vordering een beperkt recht rust.
Dit lid betekent letterlijk: als de hypotheek is beëindigd (tenietgegaan) door vermenging, dan wordt de bewaarder van de registers gemachtigd tot doorhaling. Deze machtiging gebeurt door een daartoe strekkende verklaring, die bij authentieke akte moet worden afgelegd door hem aan wie het goed toebehoort. Een uitzondering hierop is wanneer op de vordering een beperkt recht rust.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:OGEAM:2025:50 - Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten - 4 juli 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3908 - Rechtbank Noord-Nederland - 26 september 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5523 - Rechtbank verklaart hypothecaire inschrijving waardeloos bij ontbreken van vordering - 11 september 2025
De voorzieningenrechter verklaart een hypothecaire inschrijving waardeloos op grond van artikel 3:29 BW. Omdat de gesecureerde vordering uit geldlening of krediet nooit is ontstaan en ook niet zal ontstaan, is het hypotheekrecht tenietgegaan. De omschrijving in de akte is hierbij bepalend.