Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 17. Levensonderhoud
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 392

Artikel 392 (Onderhoudsplicht bloed- en aanverwanten)

Laatste versie

1. Tot het verstrekken van levensonderhoud zijn op grond van bloed- of aanverwantschap gehouden:

a. de ouders; b. de kinderen; c. behuwdkinderen, schoonouders en stiefouders.

2. Deze verplichting bestaat, behalve wat betreft ouders en stiefouders jegens hun minderjarige kinderen en stiefkinderen en jegens hun kinderen bedoeld in artikel 395a van dit boek, slechts in geval van behoeftigheid van de tot levensonderhoud gerechtigde.

3. De in het eerste lid genoemde personen zijn niet verplicht levensonderhoud te verstrekken, voor zover dit van de echtgenoot of een vroegere echtgenoot dan wel de geregistreerde partner of vroegere geregistreerde partner overeenkomstig het in de vijfde titel a, zesde, negende of tiende titel van dit boek bepaalde kan worden verkregen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Tot het verstrekken van levensonderhoud zijn op grond van bloed- of aanverwantschap gehouden:

Dit betekent dat de volgende personen verplicht zijn (gehouden zijn) om levensonderhoud te verstrekken op basis van een familieband door bloedverwantschap of een familieband ontstaan door huwelijk of geregistreerd partnerschap (aanverwantschap):

a. de ouders;

Dit specificeert dat de ouders verplicht zijn tot het verstrekken van levensonderhoud.

b. de kinderen;

Dit specificeert dat de kinderen verplicht zijn tot het verstrekken van levensonderhoud.

c. behuwdkinderen, schoonouders en stiefouders.

Dit specificeert dat behuwdkinderen (de echtgenoot of geregistreerde partner van een kind), schoonouders (de ouders van de echtgenoot of geregistreerde partner) en stiefouders verplicht zijn tot het verstrekken van levensonderhoud.

2. Deze verplichting bestaat, behalve wat betreft ouders en stiefouders jegens hun minderjarige kinderen en stiefkinderen en jegens hun kinderen bedoeld in artikel 395a van dit boek, slechts in geval van behoeftigheid van de tot levensonderhoud gerechtigde.

Dit lid stelt dat de in lid 1 genoemde verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud in principe alleen bestaat als de persoon die recht heeft op levensonderhoud (de tot levensonderhoud gerechtigde) in een staat van behoeftigheid verkeert. Een uitzondering hierop geldt voor de verplichting van ouders en stiefouders ten opzichte van hun minderjarige kinderen en stiefkinderen, en ten opzichte van hun kinderen zoals omschreven in artikel 395a van dit boek; voor deze groepen geldt de verplichting ook als er geen sprake is van behoeftigheid.

3. De in het eerste lid genoemde personen zijn niet verplicht levensonderhoud te verstrekken, voor zover dit van de echtgenoot of een vroegere echtgenoot dan wel de geregistreerde partner of vroegere geregistreerde partner overeenkomstig het in de vijfde titel a, zesde, negende of tiende titel van dit boek bepaalde kan worden verkregen.

Dit lid bepaalt dat de personen die in het eerste lid zijn genoemd, niet verplicht zijn om levensonderhoud te verstrekken in de mate waarin (voor zover) de persoon die recht heeft op levensonderhoud dit kan verkrijgen van zijn of haar huidige echtgenoot, vroegere echtgenoot, huidige geregistreerde partner, of vroegere geregistreerde partner. Dit moet dan wel mogelijk zijn volgens de regels (overeenkomstig het bepaalde) die zijn vastgelegd in de vijfde titel a, de zesde titel, de negende titel of de tiende titel van dit Burgerlijk Wetboek.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

8 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1042 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:104226 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Insolventierecht, Financieel Recht
Bestuursrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2530 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:253023 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6431 - Rechtbank Amsterdam - 10 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:643110 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2318 - Gerechtshof Amsterdam - 2 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:23182 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9949 - Rechtbank Noord-Holland - 22 augustus 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:994922 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13359 - Rechtbank Den Haag - 24 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1335924 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9582 - Rechtbank Rotterdam - 11 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:958211 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:4135 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 1 juli 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:41351 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht