Artikel 1.7. Verzorgen van dieren
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier: a. wordt verzorgd door een persoon die beschikt over de voor die verzorging nodige kennis en vaardigheden; b. slechts onder de hoede wordt gesteld van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is; c. dat ziek of gewond lijkt onmiddellijk op passende wijze wordt verzorgd; d. een toereikende behuizing heeft onder voldoende hygiënische omstandigheden; e. een voor dat dier toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer krijgt toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier; f. toegang heeft tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan zijn behoefte aan water kan voldoen; g. voldoende verse lucht of zuurstof krijgt.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:CBB:2025:381 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5989 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025
ECLI:NL:CBB:2025:391 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 29 juli 2025
ECLI:NL:CBB:2025:454 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 9 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:396 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 29 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:8414 - Rechtbank Rotterdam - 15 juli 2025
ECLI:NL:CBB:2025:468 - Kennisgeving van overtreding essentieel voor aannemen herhaling bij randvoorwaardenkorting - 16 september 2025
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat voor het aannemen van 'herhaling' bij een randvoorwaardenkorting de begunstigde in kennis gesteld moet zijn van de eerdere overtreding. De minister slaagt hierin niet, waardoor een deel van de korting wegens herhaling onterecht is opgelegd.