Artikel 2
Als stoffen als bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 worden aangewezen: amfetamine, methamfetamine, cocaïne, MDMA, MDEA, MDA, cannabis, heroïne, morfine, GHB, gamma butyrolacton en 1,4-butaandiol.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:1684 - Verzending en bewaring bloedmonster: waarborgen bij onderzoek drugsgebruik in verkeer
De Hoge Raad oordeelt dat het verzenden van een bloedmonster naar het NFI, dat het vervolgens gekoeld bewaart en na acht dagen doorstuurt naar een buitenlands lab, voldoet aan de waarborgen voor een 'onderzoek' ex art. 8 lid 5 WVW 1994.
ECLI:NL:HR:2022:568 - Hoge Raad: Verzenden bloedmonster blijft strikte waarborg ondanks nieuwe vriestechnieken
Het voorschrift om een bloedmonster 'zo spoedig mogelijk' te verzenden (art. 13 Besluit) blijft een strikte waarborg. Nieuwe bewaarmethoden, zoals invriezen, doen hier niets aan af. Wel zijn deze methoden relevant voor de rechterlijke beoordeling of de verzending daadwerkelijk 'zo spoedig mogelijk' was.
ECLI:NL:HR:2022:1853
ECLI:NL:HR:2021:619 - 90-minutentermijn bloedafname geen strikte waarborg voor betrouwbaarheid onderzoek
Overschrijding van de 90-minutentermijn voor bloedafname bij drugscontroles (art. 12 lid 3 Besluit) leidt niet automatisch tot bewijsuitsluiting. Deze termijn is geen strikte waarborg voor de betrouwbaarheid van het bloedonderzoek, maar dient praktische en opsporingstechnische doelen.
ECLI:NL:HR:2021:623 - Overschrijding termijn bloedonderzoek bij drugsgebruik leidt niet tot bewijsuitsluiting
Het overschrijden van de termijn van anderhalf uur voor bloedafname bij drugsdelicten (art. 12 lid 3 Besluit) is een vormverzuim, maar leidt niet tot bewijsuitsluiting. Deze termijn waarborgt niet de betrouwbaarheid van het onderzoek en is dus geen essentieel voorschrift in die zin.
ECLI:NL:HR:2023:1699 - Vrijspraak na vertraagd bloedonderzoek: beoordelingsvrijheid feitenrechter
De Hoge Raad oordeelt dat de feitenrechter beoordeelt of een bloedmonster 'zo spoedig mogelijk' is verzonden. Een vrijspraak gebaseerd op een te lang tijdsverloop en onduidelijkheid over de vervoerstemperatuur, wordt niet als onvoldoende gemotiveerd beschouwd, ook al was een andere beslissing mogelijk.
ECLI:NL:HR:2021:1793
ECLI:NL:HR:2021:621 - Termijn voor bloedafname bij drugsgebruik is geen strikte waarborg voor betrouwbaarheid
Overschrijding van de anderhalfuurstermijn voor bloedafname bij drugsgebruik in het verkeer (art. 12 lid 3 Besluit) leidt niet automatisch tot vrijspraak. Deze termijn is geen waarborg voor de betrouwbaarheid van het onderzoek, maar bedoeld om te voorkomen dat verdachten profiteren van de afbraak van stoffen.
ECLI:NL:HR:2021:620 - De 90-minutentermijn voor drugstesten: geen strikte waarborg voor bewijs
Overschrijding van de 90-minutentermijn voor bloedafname bij drugsonderzoek (art. 12 lid 3 Besluit) leidt niet automatisch tot bewijsuitsluiting. Deze termijn is geen strikte waarborg voor de betrouwbaarheid van het onderzoek in de zin van art. 8 lid 5 WVW 1994.
ECLI:NL:HR:2021:622 - Termijnoverschrijding bloedafname bij drugsgebruik in verkeer geen schending strikte waarborg
De termijn van anderhalf uur voor bloedafname bij drugsgebruik in het verkeer (art. 12 lid 3 Besluit) is geen strikte waarborg voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Overschrijding leidt daarom niet automatisch tot bewijsuitsluiting.