Beleidsregel compensatie vervroegde beëindiging pelsdierhouderij

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

1. fokteven: voedsters of moederdieren;
2. minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
3. natuurvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming;
4. omgevingsvergunning: omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het houden van pelsdieren;
5. pelsdierhouder: degene die een melding heeft gedaan, als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met derde lid, van de wet;
6. plaats: plaats, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de wet;
7. vervroegde beëindiging: verbod, bedoeld in artikel 2 van de wet, zoals deze voor de pelsdierhouder ingevolge de Wet tot wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij (Stb 2020, 555) geldt per 8 januari 2021;
8. werknemer: natuurlijke persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek in dienst is of is geweest van de pelsdierhouder om activiteiten ten behoeve van het houden van nertsen te verrichten;
9. besluit: Besluit subsidiering sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij;
10. wet: Wet verbod pelsdierhouderij.