Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.3. Voorlopige voorziening en onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak
Artikel 8:85

Artikel 8:85 (Vervallen voorlopige voorziening)

Laatste versie

1. De voorzieningenrechter kan in zijn uitspraak bepalen wanneer de voorlopige voorziening vervalt.

2. De voorlopige voorziening vervalt in ieder geval zodra:

a. de termijn voor het instellen van beroep bij de bestuursrechter tegen het besluit dat op bezwaar of in administratief beroep is genomen, ongebruikt is verstreken, b. het bezwaar of het beroep is ingetrokken, of c. de bestuursrechter uitspraak heeft gedaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. De voorzieningenrechter kan in zijn uitspraak bepalen wanneer de voorlopige voorziening vervalt.

Dit betekent dat de rechter die een voorlopige voorziening treft (de voorzieningenrechter) in de uitspraak kan vaststellen op welk moment die voorlopige voorziening eindigt (vervalt).

2. De voorlopige voorziening vervalt in ieder geval zodra:

Dit lid bepaalt dat een voorlopige voorziening sowieso eindigt (vervalt) zodra een van de volgende situaties optreedt:

a. de termijn voor het instellen van beroep bij de bestuursrechter tegen het besluit dat op bezwaar of in administratief beroep is genomen, ongebruikt is verstreken,

Dit betekent dat de voorlopige voorziening vervalt als de periode (termijn) om beroep in te stellen bij de bestuursrechter tegen het besluit (genomen na bezwaar of administratief beroep) voorbij is zonder dat beroep is ingesteld (ongebruikt is verstreken).

b. het bezwaar of het beroep is ingetrokken, of

Dit betekent dat de voorlopige voorziening vervalt als het bezwaar of het beroep wordt teruggenomen (ingetrokken).

c. de bestuursrechter uitspraak heeft gedaan.

Dit betekent dat de voorlopige voorziening vervalt zodra de bestuursrechter een beslissing (uitspraak) heeft genomen in de hoofdzaak.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Gelderland2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBGEL:2024:4717 - Rechtbank Gelderland - 21 juli 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:471721 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBGEL:2024:7559 - Rechtbank Gelderland - 27 oktober 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:755927 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:7345 - Rechtbank Rotterdam - 1 augustus 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:73451 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4608 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:460817 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:3501 - Rechtbank Midden-Nederland - 29 mei 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:350129 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:297 - Parket bij de Hoge Raad - 14 maart 2024

ECLI:NL:PHR:2024:29714 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:212 - Rechtbank Midden-Nederland - 23 januari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:21223 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBMNE:2024:4910 - Rechtbank Midden-Nederland - 12 augustus 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:491012 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:916 - Raad van State - 5 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:9165 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4760 - Rechtbank Midden-Nederland - 4 augustus 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:47604 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak