Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 7. Bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep
Afdeling 7.2. Bijzondere bepalingen over bezwaar
Artikel 7:4

Artikel 7:4 (Stukkenindiening en -inzage voorafgaand aan horen)

Laatste versie

1. Tot tien dagen voor het horen kunnen belanghebbenden nadere stukken indienen.

2. Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste een week voor belanghebbenden ter inzage.

3. Bij de oproeping voor het horen worden belanghebbenden gewezen op het eerste lid en wordt vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen.

4. Belanghebbenden kunnen van deze stukken tegen vergoeding van ten hoogste de kosten afschriften verkrijgen.

5. Voor zover de belanghebbenden daarmee instemmen, kan toepassing van het tweede lid achterwege worden gelaten.

6. Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het tweede lid voorts achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Van de toepassing van deze bepaling wordt mededeling gedaan.

7. Gewichtige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig, voor zover ingevolge de Wet open overheid de verplichting bestaat een verzoek om informatie, vervat in deze stukken, in te willigen.

8. Indien een gewichtige reden is gelegen in de vrees voor schade aan de lichamelijke of geestelijke gezondheid van een belanghebbende, kan inzage van de desbetreffende stukken worden voorbehouden aan een gemachtigde die hetzij advocaat hetzij arts is.

Uitleg in duidelijke taal

1. Tot tien dagen voor het horen kunnen belanghebbenden nadere stukken indienen.

Dit lid stelt dat belanghebbenden het recht hebben om tot uiterlijk tien dagen vóór de hoorzitting aanvullende documenten (nadere stukken) in te dienen bij de betreffende zaak.

2. Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste een week voor belanghebbenden ter inzage.

Dit lid bepaalt dat het bestuursorgaan verplicht is om het bezwaarschrift, samen met alle andere documenten die relevant zijn voor de zaak (op de zaak betrekking hebbende stukken), minimaal een week voordat de hoorzitting plaatsvindt, beschikbaar te stellen zodat belanghebbenden deze kunnen inzien (ter inzage leggen).

3. Bij de oproeping voor het horen worden belanghebbenden gewezen op het eerste lid en wordt vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen.

Dit lid schrijft voor dat wanneer belanghebbenden worden opgeroepen voor de hoorzitting, zij geïnformeerd moeten worden over de mogelijkheid genoemd in het eerste lid (het indienen van nadere stukken). Tevens moet in de oproeping worden vermeld op welke locatie en gedurende welke periode de betreffende stukken ter inzage zullen liggen.

4. Belanghebbenden kunnen van deze stukken tegen vergoeding van ten hoogste de kosten afschriften verkrijgen.

Dit lid geeft belanghebbenden het recht om kopieën (afschriften) van deze ter inzage gelegde stukken te ontvangen. Hiervoor mag een vergoeding worden gevraagd, maar deze mag niet hoger zijn dan de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het maken van de kopieën.

5. Voor zover de belanghebbenden daarmee instemmen, kan toepassing van het tweede lid achterwege worden gelaten.

Dit lid houdt in dat als alle belanghebbenden ermee akkoord gaan (instemmen), de verplichting uit het tweede lid (het ter inzage leggen van de stukken) niet hoeft te worden uitgevoerd (achterwege kan worden gelaten).

6. Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het tweede lid voorts achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Van de toepassing van deze bepaling wordt mededeling gedaan.

Dit lid geeft het bestuursorgaan de bevoegdheid om, eventueel op verzoek van een belanghebbende, af te zien van de verplichting om stukken ter inzage te leggen (zoals genoemd in het tweede lid). Dit is toegestaan indien er gewichtige redenen zijn die geheimhouding noodzakelijk maken. Als het bestuursorgaan van deze mogelijkheid gebruikmaakt, moet het dit mededelen.

7. Gewichtige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig, voor zover ingevolge de Wet open overheid de verplichting bestaat een verzoek om informatie, vervat in deze stukken, in te willigen.

Dit lid stelt dat er geen sprake kan zijn van gewichtige redenen voor geheimhouding, indien de Wet open overheid bepaalt dat een verzoek om informatie die in deze stukken staat, moet worden ingewilligd. Met andere woorden, als de Wet open overheid openbaarmaking verplicht, kunnen er geen gewichtige redenen zijn om diezelfde informatie geheim te houden onder dit artikel.

8. Indien een gewichtige reden is gelegen in de vrees voor schade aan de lichamelijke of geestelijke gezondheid van een belanghebbende, kan inzage van de desbetreffende stukken worden voorbehouden aan een gemachtigde die hetzij advocaat hetzij arts is.

Dit lid bepaalt dat als een gewichtige reden voor geheimhouding voortkomt uit de angst (vrees) voor schade aan de lichamelijke of geestelijke gezondheid van een belanghebbende, de inzage in de betreffende stukken beperkt kan worden tot een gemachtigde. Deze gemachtigde moet dan wel een advocaat of een arts zijn.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

22 uitspraken gevonden
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2025:3096 - Raad van State - 9 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:30969 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Omgevingsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:11770 - Rechtbank Den Haag - 4 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:117704 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11225 - Rechtbank Rotterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1122523 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5173 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:51736 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2025:12114 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:121148 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1697 - Gerechtshof Den Haag - 28 augustus 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:169728 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2311 - Gerechtshof Amsterdam - 21 augustus 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:231121 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9023 - Rechtbank Noord-Holland - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:90236 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:7739 - Rechtbank Rotterdam - 4 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:77394 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Gerechtshof Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHDHA:2025:1702 - Gerechtshof Den Haag - 10 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:170210 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Gerechtshof Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHAMS:2025:2048 - Gerechtshof Amsterdam - 29 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:204829 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1700 - Gerechtshof Den Haag - 10 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:170010 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5617 - Rechtbank Oost-Brabant - 9 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:56179 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5618 - Rechtbank Oost-Brabant - 9 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:56189 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5619 - Rechtbank Oost-Brabant - 9 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:56199 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5445 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 2 september 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:54452 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2310 - Gerechtshof Amsterdam - 21 augustus 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:231021 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2243 - Gerechtshof Amsterdam - 14 augustus 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:224314 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3707 - Raad van State - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:37076 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:4860 - Rechtbank Oost-Brabant - 1 augustus 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:48601 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtLokale Belastingen