Artikel 6:19 (Wijziging bestreden besluit tijdens bezwaar beroep)
1. Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
2. Het eerste lid geldt ook indien het bezwaar is gemaakt of het beroep is ingesteld nadat het bestuursorgaan het bestreden besluit heeft ingetrokken, gewijzigd of vervangen.
3. Het bestuursorgaan stelt het nieuwe besluit onverwijld ter beschikking aan het orgaan waarbij het beroep aanhangig is.
4. Indien een ander orgaan een bezwaar- of beroepschrift tegen het nieuwe besluit ontvangt, zendt het dit met toepassing van artikel 6:15, eerste en tweede lid, door.
5. De bestuursrechter kan het beroep tegen het nieuwe besluit echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is.
6. Intrekking of vervanging van het bestreden besluit staat niet in de weg aan vernietiging van dat besluit indien de indiener van het bezwaar- of beroepschrift daarbij belang heeft.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
Dit betekent dat een ingediend bezwaar of beroep automatisch (van rechtswege) ook van toepassing is op een later besluit waarmee het oorspronkelijk aangevochten (bestreden) besluit wordt ingetrokken, gewijzigd of vervangen. Een uitzondering hierop is als de betrokken partijen onvoldoende belang hebben bij het meenemen van dit nieuwe besluit in de procedure.
2. Het eerste lid geldt ook indien het bezwaar is gemaakt of het beroep is ingesteld nadat het bestuursorgaan het bestreden besluit heeft ingetrokken, gewijzigd of vervangen.
De regel uit het eerste lid is ook van toepassing wanneer het bezwaar is gemaakt of het beroep is ingesteld nádat het bestuursorgaan het oorspronkelijk bestreden besluit al had ingetrokken, gewijzigd of vervangen.
3. Het bestuursorgaan stelt het nieuwe besluit onverwijld ter beschikking aan het orgaan waarbij het beroep aanhangig is.
Het bestuursorgaan is verplicht het nieuwe besluit direct (onverwijld) te verstrekken (ter beschikking te stellen) aan de instantie (het orgaan) waar het beroep op dat moment in behandeling is (aanhangig is).
4. Indien een ander orgaan een bezwaar- of beroepschrift tegen het nieuwe besluit ontvangt, zendt het dit met toepassing van artikel 6:15, eerste en tweede lid, door.
Wanneer een andere instantie (een ander orgaan) een bezwaarschrift of beroepschrift ontvangt dat gericht is tegen het nieuwe besluit, dan stuurt deze instantie dit stuk door. Dit doorsturen gebeurt conform de bepalingen van artikel 6:15, eerste en tweede lid.
5. De bestuursrechter kan het beroep tegen het nieuwe besluit echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is.
De bestuursrechter heeft de bevoegdheid om het beroep dat is ingesteld tegen het nieuwe besluit, door te verwijzen naar een andere instantie (een ander orgaan). Dit kan plaatsvinden als de behandeling van het beroep door deze andere instantie als wenselijk wordt beschouwd.
6. Intrekking of vervanging van het bestreden besluit staat niet in de weg aan vernietiging van dat besluit indien de indiener van het bezwaar- of beroepschrift daarbij belang heeft.
Het intrekken of vervangen van het oorspronkelijk bestreden besluit vormt geen belemmering (staat niet in de weg aan) voor de vernietiging van dat oorspronkelijke besluit. Dit is mogelijk indien de persoon die het bezwaar- of beroepschrift heeft ingediend, nog steeds een belang heeft bij een dergelijke vernietiging.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:14497 - Rechtbank Den Haag - 29 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:5244 - Rechtbank Midden-Nederland - 8 oktober 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4639 - Rechtbank Overijssel - 10 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4640 - Rechtbank Overijssel - 10 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4638 - Rechtbank Overijssel - 10 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5443 - Rechtbank Overijssel - 4 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4338 - Rechtbank Midden-Nederland - 11 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4434 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:11958 - Rechtbank Den Haag - 4 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4133 - Raad van State - 27 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3868 - Raad van State - 13 augustus 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:6055 - Rechtbank Gelderland - 25 juli 2025
ECLI:NL:CBB:2025:383 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4817 - Rechtbank Overijssel - 18 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:12337 - Rechtbank Den Haag - 4 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:11844 - Rechtbank Den Haag - 3 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4034 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 3 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2942 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17079 - Rechtbank Den Haag: Terugkeerbesluit derdelander Oekraïne ondanks 'bevriezingsregeling' rechtmatig - 15 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een terugkeerbesluit voor een derdelander uit Oekraïne rechtmatig is, ondanks een 'bevriezingsregeling' die uitstel van vertrek verleent. De rechtbank kwalificeert deze regeling niet als rechtmatig verblijf en concludeert dat artikel 5 van de Terugkeerrichtlijn en non-refoulement niet aan het besluit in de weg staan.